De kwestie rond de Panama Papers heeft het maatschappelijk debat rond belastingstructuren verscherpt. Genoemd worden in de Panama Papers zal vaak leiden tot reputatieschade, zelfs voor degenen die een legale belastingstructuur gebruikten. Tijdens het Symposium Fiscale Risicoanalyse op 27 juni jl. heeft mr. Dick Barmentlo belastingadviseurs op het hart gedrukt om het hoofd koel te houden.
Omdat belastingadviseurs in beginsel de informatiestromen richting de Belastingdienst beheren, moeten zij volgens Barmentlo ervoor waken geen verlengstuk van de fiscus te worden. In de praktijk wil het nogal eens gebeuren dat een adviseur bij een belastingcontrole ‘leegloopt’. Adviseurs zijn echter niet wettelijk verplicht zich zeer hulpvaardig op te stellen tegenover de fiscus. Sterker nog, wie onverplicht informatie geeft, handelt daarmee onrechtmatig tegenover zijn cliënt en kan schadeplichtig worden gesteld. Vraag daarom altijd waarom de controlemedewerker bepaalde informatie wil hebben. Weet de opsporingsambtenaar niet duidelijk te maken waarom deze informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing, dan moet men deze informatie niet geven.
Beroep op verschoningsrecht mogelijk?
Terwijl de rechter iemand kan verplichten een verklaring af te leggen, hebben opsporingsambtenaren deze bevoegdheid niet. Adviseurs zouden daarom kunnen besluiten om opgevraagde informatie eerst aan de rechter verstrekken met het verzoek om te oordelen of een verschoningsrecht van toepassing is. Overigens biedt het verschoningsrecht belastingadviseurs niet zo veel mogelijkheden. Zij kunnen zich echter beroepen op een informeel verschoningsrecht, waardoor de Belastingdienst de fiscale adviezen niet mag inzien. Het is hoe dan ook een goede zaak om niet alle informatie van de cliënt in één dossier te bewaren, maar een zekere scheiding in de dossiers aan te brengen.
Voorkom betrokkenheid bij fraude
De belastingadviseur moet dus de Belastingdienst niet te veel helpen, maar dient evenmin betrokken te raken bij eventuele strafbare gedragingen van zijn cliënten. Een belastingadviseur zal zelden leiding geven aan belastingfraude of zijn cliënten fraude laten plegen. Maar de belastingadviseur faciliteert wel de aangifte van zijn cliënten. Daardoor zou bij fraude sprake kunnen zijn van medeplegen. Bij voorwaardelijke opzet loopt men al dit risico. Bovendien vindt de fiscus al snel dat de adviseur faciliteert. Als een cliënt veel twijfel oplevert, is het volgens Barmentlo misschien beter om de relatie te verbreken.
Geef een reactie