Het Rangschikkingsbesluit geeft invulling aan het begrip landgoed als bedoeld in de NSW. De wijziging van het Rangschikkingsbesluit is bedoeld om fiscale faciliteiten effectiever te laten zijn voor de instandhouding van natuurschoon op de landgoederen. De Orde wijst erop dat dit concept slechts invulling geeft op het object van de NSW, niet op de effectiviteit.
De Orde is het eens met de conclusie dat het niet wenselijk is om een algemene regeling voor de beoordeling van nieuwe functies op landgoederen op te nemen, maar steeds per geval te beoordelen. Wel mist de Orde richtlijnen voor de toetsing.
Met het komen te vervallen van artikel 1 lid 2 Rangschikkingsbesluit kunnen landbouwgronden die aan de landbouw worden onttrokken om te worden omgevormd naar natuurterreinen niet eerder onder de NSW gerangschikt worden dan na realisatie van het natuurterrein. Daardoor kan de eigenaar van deze gronden pas na de realisatie van het natuurterrein de fiscale faciliteiten genieten.
De Orde is van mening dat door deze wijziging de ontwikkeling van nieuwe natuurterreinen gefrustreerd zal worden, vooral omdat eigenaren die landbouwgrond willen kopen daarop een nieuw landgoed met nieuwe natuurterreinen te ontwikkelen met name de vrijstelling van overdrachtsbelasting ex artikel 9a NSW mislopen.
Golfbanen
De Orde meent dat het wenselijk om het begrip golfbaan nader te definieren zodat duidelijk op welke terreinen de aangescherpte regels van toepassing zijn.
Overgangsregeling
Vanuit rechtszekerheid acht de Orde het niet meer dan redelijk en billijk dat de voorwaarden zoals die golden op het moment dat een voorwaardelijke vrijstelling is genoten die vrijstelling niet aangetast wordt zolang de belastingplichtige de voorwaarden niet schendt.
Meer informatie: NOB-reactie concept Rangschikkingsbesluit NSW, 20 augustus 2019
Geef een reactie