De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is op 11 februari 2016 in het Staatsblad geplaatst. De afschaffing van de VAR komt steeds dichterbij. Wat betekent dit voor de fiscale status van de commissaris en nog belangrijker voor zijn beloning?
Loonheffingen
Kenmerkend voor de functie van commissaris is dat hij voor zijn werkzaamheden aan geen enkel gezag is onderworpen. Sterker nog, het is juist de bedoeling dat een commissaris zijn werkzaamheden naar eigen inzicht uitvoert. Hij is immers toezichthouder. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er ook geen sprake van een dienstbetrekking, maar in de wet is wel bepaald dat een commissaris in beginsel in fictieve dienstbetrekking is. Hierdoor gelden voor de commissaris de reguliere regels voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. De verstrekte beloning is dus belast, maar er hoeven geen premies werknemersverzekeringen in te worden gehouden voor de commissaris. Er mag onder bepaalde voorwaarden eventueel een kostenvergoeding worden betaald aan de commissaris. Het is wel aan te raden de vaste kostenvergoeding vooraf te specificeren naar soort en vermoedelijke omvang. Bij voorkeur aan de hand van een representatief kostenonderzoek.
Verklaring arbeidsrelatie
Om loonheffingen te voorkomen kan de commissaris gebruik maken van een Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming of een Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming directeur-grootaandeelhouder. Als de commissaris zijn werkzaamheden conform die VAR verricht, dan hoeft er geen loonbelasting /premie volksverzekeringen ingehouden te worden over zijn beloning. De VAR komt echter per 1 mei 2016 te vervallen als gevolg van de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA). Per die datum verdwijnt dan ook de mogelijkheid tot vrijwaring voor de loonheffing ten aanzien van de commissaris.
Afschaffing fictieve dienstbetrekking
Met de afschaffing van de VAR moet de organisatie waarvoor een commissaris werkzaamheden verricht straks loonheffing inhouden en afdragen, ook als sprake is van ondernemerschap. Daarom heeft staatssecretaris Wiebes toegezegd de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen te willen afschaffen (zie ook: Wet DBA wijzigt fictieve dienstbetrekking commissaris). Het is echter nog niet duidelijk wanneer het beleidsbesluit zal komen. De commissaris en zijn werkgever kunnen nog wel ervoor kiezen om hun arbeidsrelatie als fictieve dienstbetrekking aan te merken. Zie in dit verband: Opting-in voor pseudo-werknemers.
Doorbetaald loon
Het komt ook voor dat een werknemer door zijn (hoofd)werkgever is aangewezen om bij een ander bedrijf als commissaris te fungeren. De werknemer heeft dan de verplichting om het commissarisloon af te staan aan zijn hoofdwerkgever. Onder bepaalde voorwaarden hoeft de organisatie die het loon van de commissaris betaalt, geen loonheffingen in te houden. De hoofdwerkgever betaalt namelijk het totale loon aan de commissaris, inclusief zijn loon voor het commissariaat. We spreken dan over de doorbetaaldloonregeling. Voor toepassing van de doorbetaaldloonregeling moeten de doorbetaler, hoofdwerkgever en de werknemer samen een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Let wel, de doorbetaler mag alleen afzien van inhouding van loonheffingen na een positieve beslissing. Raadpleeg voor de voorwaarden artikel 32d Wet op de loonbelasting.
Commissaris en omzetbelasting
Door de voorgestelde afschaffing van de fictieve dienstbetrekking van de commissaris ontstaat een gelijke behandeling met betrekking tot loonheffing, maar voor de omzetbelasting blijft alles bij het oude. Commissarissen die hun rol van commissaris als nevenwerkzaamheid of als zelfstandig beroep vervullen, zijn ondernemers voor de omzetbelasting en moeten voor hun werkzaamheden een factuur met btw sturen. Werkt de commissaris vanuit een maatschap, dan moet de maatschap de btw betalen. Het bedrag van de factuur is exclusief btw belast loon. Indien gewenst kan een btw-plichtige commissaris op basis van de kleineondernemersregeling een verzoek indienen voor ontheffing van de administratieve verplichtingen. Zie: Op de kleintjes letten met de KOR.
Wet: artikel 3, 1, g Wet LB 1964, artikel 25 Wet OB 1968
Besluit van 6 december 2014, BLKB 2014-704M, inzake omzetbelasting. Administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen
Geef een reactie