De inspecteur kan een belastingplichtige onder bepaalde omstandigheden een conserverende aanslag opleggen om zo een fiscale claim te behouden. Onder voorwaarden krijgt de belastingplichtige uitstel of zelfs afstel voor het betalen van de conserverende aanslag.
Onderdelen te conserveren inkomen
De belastingheffing over het te conserveren inkomen is onder voorwaarden uitgesteld. De Belastingdienst merkt de volgende inkomensbestanddelen aan als te conserveren inkomen:
- de winst die in beginsel vrijvalt bij de staking van een onderneming als gevolg van het overlijden van de ondernemer;
- winst die is vrijgevallen bij de staking van een onderneming en tijdig zal worden geherinvesteerd in een nieuwe onderneming. In dit geval moet de belastingplichtige verzoeken om dit inkomen aan te merken als te conserveren inkomen;
- pensioenaanspraken die belast vrijvallen omdat de (ex-)werknemer emigreert of omdat de aanspraken zijn ondergebracht in een lichaam dat niet meer kwalificeert als verzekeraar;
- bepaalde negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen die de fiscus in aanmerking neemt. Dit is bijvoorbeeld het geval als een lijfrentepolis niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de omkeerregel, maar ook in sommige situaties van emigratie; en
- het voordeel uit de fictieve vervreemding van een aanmerkelijk belang als gevolg van emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder.
Verzoek om aanwijzing te conserveren inkomen
Belastingplichtigen kunnen de Belastingdienst verzoeken om bepaalde vormen van inkomen uit aanmerkelijk belang aan te wijzen als te conserveren inkomen. Zo telt de overgang krachtens huwelijksvermogensrecht van aanmerkelijkbelangaandelen op een buitenlands persoon als een vervreemding. Men kan in dat geval de fiscus verzoeken het (fictief) vervreemdingsvoordeel aan te merken als te conserveren inkomen. Bij een overgang in het kader van een echtscheiding, erfrecht, verdeling van een nalatenschap of een schenking is het in beginsel ook mogelijk om een genoten (fictief) vervreemdingsvoordeel aan te merken als te conserveren inkomen. Vaak zal het daarbij gaan om het deel dat uitgaat boven het vervreemdingsvoordeel dat zou zijn belast als de verkrijger in Nederland zou hebben gewoond op het moment van de overgang.
Buitenlands belastingplichtigen
Ook buitenlands belastingplichtigen kunnen te maken krijgen met te conserveren inkomen. Dit is namelijk het geval als een buitenlandse belastingplichtige:
- in Nederland een pensioen heeft opgebouwd dat niet op een reguliere wijze wordt afgewikkeld;
- lijfrentepremies heeft afgetrokken van in Nederland belast inkomen en de polis niet meer voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de omkeerregel; of
- aanmerkelijkbelangaandelen vervreemdt in het kader van een aandelenfusie, juridische fusie, juridische splitsing of verplaatsing van de feitelijke leiding.
Berekening hoogte conserverende aanslag
Om de hoogte van de conserverende aanslag te kunnen berekenen, moet men eerst de belasting over het totale verzamelinkomen berekenen. Daarna volgt de berekening van het bedrag van de gewone aanslag. Dit bedrag is te berekenen door de belasting te berekenen over het verzamelinkomen verminderd met het daarin begrepen geconserveerde inkomen. De hoogte van de conserveerde aanslag bestaat uit het verschil tussen het totale belastingbedrag en het bedrag van de gewone aanslag. De geconserveerde aanslag bedraagt echter minimaal de belasting die men zou moeten betalen als het geconserveerde inkomen het enige inkomen zou zijn.
Behandeling conserverende aanslag
De AWR stelt dat haar regels voor de voorlopige aanslag, aanslag of navorderingsaanslag in beginsel ook gelden voor de voorlopige conserverende aanslag, de conserverende aanslag en de conserverende navorderingsaanslag. Daardoor geldt bijvoorbeeld de navorderingstermijn van in beginsel vijf jaar (twaalf jaar voor buitenlandse inkomens- en vermogensbestanddelen) ook voor de conserverende navorderingsaanslag.
Beperkingen in verrekeningen
(Voorheffingen met betrekking tot) voorlopige aanslagen zijn niet te verrekenen met conserverende aanslagen. Een voorlopige conserverende aanslag is niet te verrekenen met een conserverende aanslag. In plaats daarvan vervalt de voorlopige conserverende aanslag tegelijk met de vaststelling van de conserverende aanslag. Daarbij wordt het verleende uitstel van betaling met betrekking tot de voorlopige conserverende aanslag toegerekend aan de conserverende aanslag. Voor zover de voorlopige conserverende aanslag al voor een deel is betaald, moet de inspecteur deze toerekenen aan de conserverende aanslag.
Wet: artikelen 2.8 en 2.9 Wet IB 2001
Geef een reactie