Werkgevers met een zieke werknemer in dienst moeten twee jaar lang het loon doorbetalen en moeten vaak ook re-integratiekosten, kosten voor verzuimbegeleiding en arbo-deskundigen maken. Daarbovenop moeten zij bij ontslag ook nog een transitievergoeding betalen. Om deze vergoeding niet te hoeven betalen houden werkgevers het dienstverband na twee jaar loondoorbetaling in stand. Dit is weliswaar onfatsoenlijk, maar het mag van de rechter.
Recht op vergoeding
De werknemer heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is beëindigd door opzegging na toestemming van het UWV of door ontbinding door de rechter. Ook als sprake was van een tijdelijk contract (van minstens twee jaar) dat niet aansluitend is verlengd door de werkgever, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. De werknemer die zelf het initiatief neemt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen heeft enkel recht op een vergoeding indien sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten
Wanneer spreekt men van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten? Kwalificeert bijvoorbeeld het besluit van de werkgever om de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen na twee jaar loondoorbetaling als ernstig verwijtbaar handelen? Inmiddels hebben een aantal kantonrechters en een gerechtshof zich hierover uitgesproken. Eind 2015 oordeelde Rechtbank Midden-Nederland dat het enkel in stand houden van een dienstverband vanwege het niet willen betalen van een transitievergoeding weliswaar als onfatsoenlijk is aan te merken, maar dit kwalificeert niet als ernstig verwijtbaar handelen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen. Bijvoorbeeld als de werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
Dienstverband beëindigen
Volgens Rechtbank Limburg ligt voor het aannemen van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever de spreekwoordelijke lat erg hoog. Het feit dat een werkgever het dienstverband slapend houdt wil nog niet zeggen dat hiervan sprake is. De werkgever is nu eenmaal niet verplicht om een dienstverband na twee jaar ziekte te beëindigen. Ook Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden kwam in een andere zaak tot dit oordeel.
Risico’s slapend dienstverband
De risico’s van een ‘slapend dienstverband’ worden echter vaak onderschat. Het is immers niet uitgesloten dat de situatie van een (gedeeltelijk of volledig) arbeidsongeschikte werknemer verbetert. In dat geval moet de werkgever zorgen voor passend werk. Maar vaak is de functie al aan iemand anders vergeven, hetgeen leidt tot extra kosten. Als de arbeidsovereenkomst op een later moment aan een eind komt, zal de transitievergoeding verder zijn opgelopen. Daar komt nog bij dat de werkgever de re-integratiekosten en de kosten van loondoorbetaling niet in mindering kan brengen op de transitievergoeding. Wilt u weten welke kosten werkgevers wel in mindering kunnen brengen op de transitievergoeding? Zie dan het artikel ‘Transitievergoeding: hoe werkt het?’.
Compensatieregeling
Het betalen van een transitievergoeding bij ontslag na twee jaar ziekte wordt door werkgevers als onrechtvaardig ervaren. Daarom heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 23 maart 2017 een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat werkgevers recht geeft op een compensatie. Voorgesteld wordt om de compensatie toe te kennen per 1 januari 2019 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Hier staat tegenover een verhoging van de premie Algemene Werkloosheidsfonds (Awf-premie) die werkgevers moeten betalen als onderdeel van de premies werknemersverzekeringen.
Hoe hoog is de compensatie?
De vergoeding is in beginsel gelijk aan de betaalde transitievergoeding, maar maximaal het bruto loon dat de werkgever heeft betaald tijdens de ziekte. Het maakt niet uit hoe de werkgever het contract heeft beëindigd. De werkgever ontvangt ook een vergoeding van het UWV als hij een contract van bepaalde tijd niet verlengd.
Let op: Het wetsvoorstel is op 18 april 2017 controversieel verklaard. De Tweede Kamer gaat hier pas weer mee aan de slag als er een nieuw kabinet is. Aangezien de Eerste en Tweede Kamer ook nog moeten instemmen met het wetsvoorstel, moeten werkgevers dus nog langer wachten op de beloofde compensatie.
Wetten: artikel 7:673a BW en artikel 7:673c BW
Geef een reactie