In beginsel doet de belastingrechter geen uitspraak over besluiten die op grond van de Invorderingswet 1990 tot stand zijn gekomen. Op deze regel bestaan uitzonderingen, maar de beschikking over een verrekening van belastingschulden valt daar niet onder. Dat is een zaak voor de civiele rechter.
Beroep tegen besluit
Belanghebbenden kunnen tegen diverse besluiten van overheidsorganen beroep instellen bij een bestuursrechter zoals de belastingrechter. Het moet dan niet gaan om een algemeen verbindend voorschrift. Daarnaast zijn er nog andere besluiten waartegen men niet in beroep kan gaan bij de bestuursrechter, zoals:
- de weigering van elektronisch verschafte gegevens en bescheiden;
- een aanmaning die is gestuurd naar een schuldenaar die in verzuim is gebleven;
- een dwangbevel;
- de beslissing op het verzoek om in te stemmen met een rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter;
- een besluit waarin het bestuursorgaan mededeelt dat het gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheden om de normale termijn voor het beslissen op een bezwaarschrift te verlengen;
- een besluit waarin het bestuursorgaan mededeelt dat het gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheden om de normale termijn voor het beslissen in administratief beroep te verlengen,
- een schorsing of vernietiging van een besluit van een ander bestuursorgaan,
- een besluit dat de bevoegdheid van een bestuursorgaan regelt,
- een besluit met betrekking tot een schadevergoeding wegens onrechtmatig bestuurshandelen.
Daarnaast kan men niet bij de bestuursrechter in beroep gaan tegen een besluit dat een bestuursorgaan neemt op grond van een bevoegdheid of verplichting die vanwege buitengewone omstandigheden is toegekend/opgelegd. Besluiten die betrekking hebben op benoemingen, beoordelingen, examineringen en dergelijke staan evenmin open voor beroep bij de bestuursrechter
Specifieke, van beroep uitgesloten besluiten
De wet bevat bovendien een lijst van specifieke besluiten die van beroep bij de bestuursrechter zijn uitgezonderd. Tot deze besluiten behoren onder meer de besluiten op grond van de Invorderingswet 1990 (IW 1990). Maar tegen de volgende besluiten op grond van de IW 1990 kan men wel in beroep gaan bij de belastingrechter tegen:
- een besluit waarin de bedragen aan betalingskorting en invorderingsrente zijn berekend;
- een aansprakelijkstelling; of
- een besluit op het verzoek van de vergoeding van kosten voor het nakomen van een onterecht opgelegde verplichting, kan men wel in beroep gaan;
Het enige besluit op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen waartegen men beroep kan instellen is het besluit waarmee de ontvanger of de belastingdeurwaarder kosten van vervolging in rekening heeft gebracht die niet voortvloeien uit de gerechtelijke tenuitvoerlegging van het dwangbevel.
Administratief beroep
Bij de procedure van administratief beroep vraagt de belanghebbende een bestuursorgaan een andere beslissing ten aanzien van een besluit te nemen. Het verschil met de bezwaarfase is dat het bestuursorgaan dat uitspraak doet in administratief beroep een ander, doorgaans hoger orgaan is dan het orgaan dat het originele besluit heeft genomen. Ook is van belang dat een belanghebbende geen beroepsprocedure voor de bestuursrechter kan beginnen met betrekking tot een besluit als hij tegen dat besluit administratief beroep kan instellen.
Beroep bij onbevoegde rechter
Als iemand een beroepschrift indient bij een onbevoegde bestuursrechter, moet deze in beginsel het beroepschrift doorsturen naar de bevoegde rechter. De insteller van het beroepschrift moet hiervan op de hoogte worden gebracht. Volgens Rechtbank Gelderland is een bestuursrechter niet verplicht een beroepschrift door te zenden naar een civiele rechter, omdat een procedure bij een civiele rechter niet is op te starten via een brief. Voor een civiele procedure is een dagvaarding nodig.
Verrekening van belastingschulden
In de praktijk is het voor belanghebbenden lang niet altijd duidelijk bij welke rechter ze hun beroepschrift moeten indienen. Zo was een man in bezwaar gegaan tegen de verrekening van verschuldigde inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen over 2013 met een teruggaaf over 2014. De man had daarbij aan de ontvanger ook gevraagd om toekenning van een dwangsom. Rechtbank Gelderland wees de man erop dat een bestuursrechter geen uitspraak kan doen over een mededeling verrekening. Daarvoor moet men bij de civiele rechter zijn. Hetzelfde geldt voor een verzoek om een dwangsom die samenhangt met een beroep tegen een verrekening. Omdat de fiscus sommige bezwaarschriften van de man wel had behandeld in plaats van ze meteen niet-ontvankelijk te verklaren, had de man wel recht op een vergoeding van griffierecht.
Meer dan één bevoegde rechter
Als iemand tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep instelt, behandelt de rechtbank waarbij als eerste het beroep is ingesteld de zaak. Bij een gelijktijdige indiening is de rechtbank die de zaak gaat behandelen de rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
Wet: artikelen 6:15, 8:1, 8:3, 8:4, 8:8 Awb en artikel 1 van Bijlage 2 Awb
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 2 juni 2017 (gepubliceerd 6 juni 2017), ECLI:NL:RBGEL:2017:2973
Geef een reactie