Bent u landbouwer of heeft u cliënten in de agrarische sector? Dan heeft de afschaffing van de landbouwvrijstelling in de omzetbelasting per 1 januari 2018 gevolgen voor u of uw cliënten.
Landbouwers hebben sinds jaar en dag al een bijzondere positie in zowel de inkomstenbelasting als de omzetbelasting. Ondanks geruchten dat de fiscale wetgever enkele jaren geleden de landbouwvrijstelling voor de inkomstenbelasting zou afschaffen, is dat tot op heden nog niet gebeurd. Met Prinsjesdag 2017 is evenwel aangekondigd dat de landbouwvrijstelling in de omzetbelasting per 1 januari 2018 komt te vervallen.
Doel en strekking van de landbouwregeling
Doel van de landbouwvrijstelling is om landbouwers zoveel mogelijk buiten de heffing van omzetbelasting te houden. Landbouwers zijn over bepaalde diensten en leveringen daarom geen omzetbelasting verschuldigd. Daar staat tegenover dat ze geen recht hebben op aftrek van voorbelasting. Zonder tegemoetkoming zou dit betekenen dat er cumulatie zou optreden als BTW-belaste ondernemers producten van landbouwers zouden afnemen. Die cumulatie ontstaat doordat landbouwers de hen in rekening gebrachte omzetbelasting doorberekenen aan hun afnemers. Toepassing van het lage 6%-tarief op de meeste door landbouwers ingekochte goederen of diensten matigt die cumulatie enigszins. Daar komt bij dat afnemers van producten van landbouwers een forfaitair percentage (5,4) van de door die landbouwers in rekening gebrachte bedragen in aftrek mogen brengen. Daarvoor is wel noodzakelijk dat de afnemers beschikken over een door de landbouwer opgestelde en ondertekende verklaring. Wettelijk is voorgeschreven welke gegevens de landbouwer moet vermelden. Naast zijn persoonlijke gegevens moet de landbouwer onder andere ook de gegevens van de afnemer vermelden en de datum van levering. Voor landbouwers gelden verder geen administratieverplichtingen, vanwege de vrijstelling en zij hoeven ook geen facturen uit te reiken aan hun afnemers.
Optie voor belastingheffing
Wanneer een landbouwer een grote investering doet, is toepassing van de landbouwregeling voor hem nadelig. Hij kan dan namelijk zijn voorbelasting niet terugvragen. Daarom bestaat er voor de landbouwer de mogelijkheid om de landbouwregeling niet toe te passen. Hij moet de inspecteur schriftelijk verzoeken om uitgezonderd te worden van de landbouwregeling. Deze uitzondering duurt zolang hij niet verzoekt om weer onder de landbouwvrijstelling te vallen, maar er geldt een minimale termijn van vijf jaar.
Voor welke prestaties is landbouwvrijstelling van toepassing?
De landbouwvrijstelling is van toepassing op de levering door landbouwers van agrarische producten, die zij als landbouwer voortbrengen of telen. Dit betekent dat in sommige gevallen landbouwers toch omzetbelasting verschuldigd zijn, namelijk als zij producten verkopen die niet in de hoedanigheid van landbouwer door die landbouwer zijn voortgebracht. In het landbouwbesluit (Besluit 20 december 2013 van de Staatssecretaris van Financiën, nr. BLKB 2013/2253M, Stcrt. 2013, 36819), geeft de staatssecretaris als voorbeeld van een levering die niet onder de landbouwvrijstelling valt, namelijk een pluimveehouder die vlees van door hem gefokt pluimvee levert.
Er zijn diensten die ook onder de landbouwvrijstelling vallen. Een opsomming van deze diensten is te vinden in de paragraaf 2.4 van voornoemd besluit.
Gevolgen vervallen landbouwregeling vanaf 2018
Op Prinsjesdag 2016 is bekendgemaakt dat de landbouwregeling per 1 januari 2018 komt te vervallen. De belangrijkste gevolgen van het vervallen van de landbouwregeling zijn dat landbouwers over hun verrichte leveringen of diensten omzetbelasting gaan betalen en dat zij hun voorbelasting kunnen terugvragen. Gevolg daarvan is dat zij vanaf 2018 administratieplichtig worden en facturen moeten uitreiken aan hun afnemers. Bovendien moeten de landbouwers vanaf 2018 ook periodiek aangiften omzetbelasting indienen.
Bent u boekhouder of belastingadviseur van agrariërs? Dan heeft u er belang bij dit jaar nog uw diensten te verrichten. U hoeft dan slechts 6% omzetbelasting af te dragen. Volgend jaar kost diezelfde dienst u 21%. Uw afnemer (de landbouwer) heeft er juist belang bij om volgend jaar bij u de desbetreffende dienst af te nemen. Hij betaalt dan weliswaar in eerste instantie 21% omzetbelasting, maar hij kan deze omzetbelasting volledig terugvragen, zodat voor hem uw diensten na 1 januari 2018 juist goedkoper worden.
De speciale forfaitaire regeling voor afnemers van landbouwproducten vervalt met de afschaffing van de landbouwvrijstelling ook. Voor veel landbouwers betekent dit een lastenverzwaring, vanwege de administratieve verplichtingen en aangiften omzetbelasting. Het is zinvol tijdig voorbereidingen hiervoor te treffen en als adviseur met uw cliënten de gevolgen te bespreken.
Wet: artikel 27 Wet OB (tekst 2017) en artikel 28 Uitv.besch. OB (tekst 2017)
Overig: Miljoenennota 2017, p. 105
Geef een reactie