Rechtbank Arnhem heeft duidelijk gemaakt dat het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (Rijnvarendenverdrag) bepaalt in welk land een Rijnvaarder premieplichtig is voor de volksverzekeringen.
Rijnvarendenverdrag
Rijnvarenden zijn werknemers of zelfstandigen die hun beroepsactiviteiten verrichten aan boord van een schip, dat met winstoogmerk wordt gebruikt in de Rijnvaart. Dit schip moet bovendien zijn voorzien van een certificaat volgens de Herziene Rijnvaartakte. Volgens het Rijnvarendenverdrag vallen Rijnvarenden onder de wetgeving van maar één van de staten die het verdrag hebben gesloten. Dit is de staat waar de zetel van de onderneming, waartoe het desbetreffende schip behoort, is gevestigd.
Zwitserse verklaring
In een zaak voor Rechtbank Arnhem meende een Nederlandse kapitein die werkte voor een Zwitsers bedrijf dat hij premieplichtig was in Zwitserland in plaats van Nederland. Dit stond namelijk in een verklaring die hij had ontvangen van zijn Zwitserse werkgever. De Belastingdienst dacht dat de kapitein in Nederland premieplichtig was.
Twee ondernemers?
De rechtbank concludeerde dat de verklaring van de werkgever was gebaseerd op een verordening waar de kapitein niet onder viel. De kapitein viel wel onder het Rijnvarendenverdrag, omdat hij werkte aan boord van een gecertificeerd motortankschip dat commercieel werd geëxploiteerd in de Rijnvaart. Het enige probleempunt was dat de Rijnvaartverklaring twee exploitanten vermeldde. Het betrof de Nederlandse eigenaar van het motortankschip en een Luxemburgse exploitant. Volgens de rechtbank kon de kapitein niet weten wie de ondernemer was voor het verdrag. De inspecteur had dat wel kunnen onderzoeken, maar had dat nagelaten. De rechtbank oordeelde dat de Luxemburgse exploitant de ondernemer was, zodat de kapitein voor de volksverzekeringen premieplichtig was in Luxemburg.
Verdrag: artikel 1, onderdeel m en artikel 11 Rijnvarendenverdrag
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 20 maart 2012 (gepubliceerd 30 maart 2012), LJN: BW0416
Geef een reactie