Gebruik van de g-rekening kan het risico van aansprakelijkheid beperken. Er moeten dan echter niet te hoge bedragen op de g-rekening worden gestort, zo bleek bij Hof Den Haag.
Let op voor ketenaansprakelijkheid
Met de regeling voor ketenaansprakelijkheid wil de wetgever voorkomen dat aannemers en onderaannemers misbruik maken van de uitbesteding van het werk bij de afdracht van loonheffingen (loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) door elkaar de zwarte piet toe te spelen. Op grond van de ketenaansprakelijkheidsregeling is de aannemer van een werk daarom aansprakelijk voor de loonheffingen die zijn onderaannemer in verband met (een deel van) het werk moet afdragen. Op zijn beurt kan de onderaannemer (een deel van) het werk dat aan hem is uitbesteed, aan een ander uitbesteden. Zo kan een keten ontstaan van (onder)aannemers die allen betrokken zijn bij de uitvoering van een werk. De ketenaansprakelijkheidsregeling maakt elke schakel in de keten aansprakelijk voor alle volgende schakels.
Open een g-rekening
Ketenaansprakelijkheid is een groot risico, dat kan worden beperkt als de onderaannemer een geblokkeerde rekening (g-rekening) opent. De aannemer stort op deze g-rekening bedragen die overeenkomen met de loonheffingen die de onderaannemer in verband met het werk moet afdragen. Dit is een deel van het totale factuurbedrag. De onderaannemer kan de bedragen op de g-rekening alleen gebruiken om overmakingen aan de Belastingdienst te doen of om bedragen over te maken naar andere g-rekeningen. Hiermee heeft de aannemer meer zekerheid dat de onderaannemer de stortingen gebruikt om loonheffingen te betalen.
Stort niet te veel
In een zaak bij Gerechtshof Den Haag werd een onderaannemer in de schildersbranche aansprakelijk gesteld nadat de gefailleerde hoofdaannemers te hoge bedragen van hun g-rekening hadden doorgestort naar de g-rekening van de onderaannemer. Deze hoofdaannemers stortten in de periode 1986-1989 (te) grote delen van de factuur van hun g-rekening naar de g-rekening van de onderaannemer. In de praktijk werd meestal 40% van het factuurbedrag exclusief btw gehanteerd om het bedrag te bepalen dat naar de g-rekening moest worden gestort. De hoofdaannemer zat hier flink boven. Volgens de rechter moest het voor de onderaannemer duidelijk zijn geweest dat de hoofdaannemer hiermee inbreuk maakte op het pandrecht dat het UWV had op de g-rekening. Het UWV liep daarmee voorzienbaar premie mis en leed schade.
Aansprakelijk voor te veel betaalde
Door het faillissement van de hoofdaannemer was het UWV in deze zaak inderdaad premie misgelopen. Het gerechtshof oordeelde dat de onderaannemer op grond van de Wet ketenaansprakelijkheid aansprakelijk was voor zover de betalingen van de hoofd- aan de onderaannemer meer bedroegen dan 40% van de betaalde facturen.
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 20 maart 2012, LJN: BW1777
Geef een reactie