Een skicentrum is volgens Rechtbank Breda geen sportorganisatie. Hierdoor kunnen jongeren die daar werken tegen een uurtarief dat lager is dan een marktconforme beloning, toch niet als vrijwilliger worden aangemerkt.
De vrijwilliger
Wanneer is sprake van een vrijwilliger? In artikel 2, lid 6 van de Wet LB is bepaald dat iemand die niet ‘bij wijze van beroep’ werkt voor een van de volgende organisaties:
- een organisatie die geen aangifte vennootschapsbelasting hoeft te doen
- een sportorganisatie of
- een algemeen nut beogende instelling (ANBI)
een vrijwilliger is. Bij een sportorganisatie en een ANBI zijn de rechtsvorm en het wel of niet aangifte vennootschapsbelasting hoeven doen niet van belang.
De beloning van de vrijwilliger
Een vrijwilliger kan een kleine beloning krijgen voor het werk dat hij verricht. Deze beloning moet blijven binnen de grenzen van een vrijwilligersvergoeding. Een kenmerk van vrijwilligerswerk is immers dat de vergoeding die de vrijwilliger krijgt niet in verhouding staat tot het tijdsbeslag en de aard van het werk.
Markconforme beloning
Van een vrijwilligersvergoeding is sprake als iemand vergoedingen of verstrekkingen krijgt met een gezamenlijke waarde van maximaal € 150 per maand en maximaal € 1.500 per kalenderjaar.
Als de organisatie binnen deze maximumbedragen iemand een vergoeding of verstrekking per uur betaalt, dan beschouwt de Belastingdienst een uurvergoeding van maximaal € 4,50 (of € 2,50 voor een vrijwilliger jonger dan 23 jaar) als vrijwilligersvergoeding. Is dat het geval, dan hoeft de organisatie over die bedragen geen loonheffingen in te houden en af te dragen. Ook hoeft er geen urenadministratie te worden bijgehouden.
Skicentrum bij de rechter
In een zaak bij Rechtbank Breda wilde een skicentrum BV de vrijwilligersregeling toepassen voor twee 15-jarige medewerkers die een vergoeding kregen van € 2,41 per uur. De rechter gaf aan dat deze vergoeding inderdaad niet markconform was, zoals de BV stelde. Het andersluidende standpunt van de inspecteur was onjuist. Toch kon het skicentrum de vrijwilligersregeling niet toepassen. De rechtbank oordeelde namelijk dat geen sprake was van een sportorganisatie.
Sportorganisatie volgens de rechter
Voor de uitleg van het begrip sportorganisatie zocht de rechtbank aansluiting bij het spraakgebruik. Volgens de ‘Van Dale’ is een organisatie een groep personen met een bepaald doel of een bepaalde functie. Een sportorganisatie is dan een groep personen met als doel (het organiseren van) sport. Volgens de rechter was in het geval van het skicentrum het doel van de organisatie niet het organiseren of bevorderen van sport, maar het maken van winst. De rechtbank concludeerde dan ook dat er geen sprake was van een sportorganisatie in de zin van de vrijwilligersregeling en het skicentrum deze regeling niet mocht toepassen.
Wet: artikel 2, lid 6 van de Wet LB
Meer informatie: Rechtbank Breda, 25 mei 2012 (gepubliceerd 26 juni 2012), LJN: BW9283
Geef een reactie