Terwijl normaal gesproken het leveren van goederen belast is voor de btw, kan de verwerving van goederen uit andere lidstaten van de Europese Unie zelf een belastbaar feit zijn. Gaat het om een nieuw vervoermiddel, bijvoorbeeld een plezierjacht, dan zal zelfs een particulier btw moeten afdragen.
Intracommunautaire transacties
Intracommunautaire transacties (ICT) zijn transacties waarbij een ondernemer in de ene lidstaat van de Europese Unie (EU) goederen levert aan een afnemer in een andere EU-lidstaat. Daarbij moet de afnemer een ondernemer zijn of een rechtspersoon. Als een Nederlandse particulier een nieuw vervoermiddel koopt van een ondernemer uit een andere EU-lidstaat, is ook sprake van een ICT.
Intracommunautaire levering
Een ICT kent twee kanten: de intracommunautaire levering (ICL) en de intracommunautaire verwerving (ICV). Een ondernemer die een ICL verricht mag daarbij 0% btw factureren als:
- zijn afnemer een btw-ondernemer is;
- de leverancier het geldige btw-identificatienummer van de afnemer weet en op de factuur vermeldt;
- de leverancier aangeeft dat sprake is van een intracommunautaire levering;
- de afnemer een intracommunautaire verwerving aangeeft in de EU-lidstaat waar de goederen naartoe gaan; en
- de leverancier door middel van eigen boeken en bescheiden kunnen aantonen dat de goederen naar een andere EU-lidstaat zijn vervoerd.
Intracommunautaire verwerving
De afnemer van een ICL moet een ICV aangeven in het land van aankomst van de goederen, dus waar het goederenvervoer eindigt. Dit betekent dat de afnemer de over de aankoop verschuldigde btw aangeeft in zijn btw-aangifte. Heeft de afnemer recht heeft op aftrek van btw, dan mag hij deze ‘verwervings-btw’ aftrekken in dezelfde btw-aangifte. Dit geldt ook voor de ontvangst van de goederen bij overbrenging vanuit een ander EU-land.
Afwijkende regeling
Er bestaat een afwijkende regeling voor landbouwers, ondernemers zonder aftrekrecht en rechtspersonen die geen btw-ondernemer zijn. Voor zover deze afnemers in een kalenderjaar niet meer dan € 10.000 (bedrag in Nederland) hoeven te vergoeden voor hun verwervingen van goederen uit andere EU-lidstaten, is in beginsel geen sprake van een ICV. Een aanvullende voorwaarde is dat de afnemer in het voorgaande kalenderjaar hoogstens € 10.000 aan goederen uit andere EU-staten heeft afgenomen. Eventueel kan de afnemer ervoor kiezen om niet onder de afwijkende regeling te vallen. De afwijkende regeling geldt niet ten aanzien van de verwerving van nieuwe vervoermiddelen.
Vrijgestelde intracommunautaire verwervingen
Bepaalde intracommunautaire verwervingen zijn in Nederland vrijgesteld van de heffing van btw. Dit zijn:
- intracommunautaire verwervingen van goederen waarvan de levering in Nederland in elk geval is vrijgesteld (bijvoorbeeld menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk);
- intracommunautaire verwervingen van goederen door ondernemers die geen prestaties in Nederland verrichten die bij hen aan belasting zijn onderworpen, mits deze ondernemers volledig recht hebben op aftrek van btw.
Nieuw vervoermiddel
Als een particulier vanuit een andere lidstaat een nieuw vervoermiddel verwerft, moet hij btw afdragen. Hij kan aangifte doen met een speciaal formulier ‘Aangifte Omzetbelasting Intracommunautaire levering en verwerving van nieuwe vervoersmiddelen’. Nieuwe vervoersmiddelen zijn:
- landvoertuigen met een motor met cilinderinhoud van meer dan 48 cc of vermogen van meer dan 7,2 kW die zes maanden of minder in gebruik zijn, of 6000 km of minder hebben gereden;
- schepen met een lengte van meer dan 7,5 meter (ook zeewaardige plezierjachten, maar niet overige zeeschepen) die drie maanden of minder in gebruik zijn, of 100 uren of minder hebben gevaren;
- luchtvaartuigen met een opstijggewicht van meer dan 1.550 kg (maar geen luchtvaartuigen die hoofdzakelijk worden gebruikt als openbaarvervoermiddel in het internationale verkeer) die hoogstens drie maanden in gebruik zijn, of maximaal 40 uren hebben gevlogen.
Mislukte constructie
Een voorbeeld van een ICV van een nieuw vervoermiddel door een particulier speelde in de volgende zaak. Een particulier had via een bv bij een Italiaanse werf een plezierjacht besteld. Dit jacht werd vanuit Italië naar Slovenië overgevaren. Vervolgens werd het jacht per vrachtauto naar Nederland vervoerd. Later spraken de particulier en de bv af dat de particulier de aankoop annuleerde. De man meende dat hij dus geen aangifte ICV van een nieuw vervoermiddel hoefde te doen. Zowel de fiscus als het hof volgde zijn standpunt niet. Het bleek dat de koopovereenkomst liep tussen de particulier en de werf, zodat de overeenkomst tussen de man en de bv geen effect had. De particulier moest wel degelijk btw afdragen.
Wet: artikelen 1, onderdeel c, 17a en Tabel II, onderdeel a sub 6 OB 1968 en artikel 12 Uitv.besl, OB 1968
Meer informatie: Hof Amsterdam, 23 februari 2012 (gepubliceerd 7 maart 2012), LJN: BV7471
Geef een reactie