Een directeur-grootaandeelhouder (dga) kan zijn pensioen in eigen beheer opbouwen. Eventueel kan hij ook voor zijn partner een pensioen laten opbouwen in de bv. Wanneer deze partner vroegtijdig overlijdt, valt deze verplichting dan wel vrij. Deze belaste vrijval is te voorkomen als de verplichting tijdig wordt omgeruild tegen een hoger pensioen voor de dga.
Eigen beheer
De fiscus accepteert lang niet alle lichamen als pensioenverzekeraar. Werkgevers zullen daarom de pensioenen van gewone werknemers in beginsel onderbrengen bij professionele pensioenfondsen of verzekeraars. De dga kan zijn pensioenopbouw laten plaatsvinden in zijn eigen bv. Hierbij geldt trouwens de definitie van dga uit de Pensioenwet: grofweg gezegd een werknemer met een direct of indirect belang van minstens 10% in zijn werkgever. In de praktijk komt het vaak voor dat een dga zijn pensioen niet laat onderbrengen bij zijn holding, maar bij een aparte dochtermaatschappij die speciaal wordt opgericht om het pensioen van de dga te beheren. Deze vorm van eigen beheer is ook toegestaan.
Voorwaarden
De bv die het pensioen van de dga in eigen beheer neemt, moet de pensioenverplichting tot haar binnenlands ondernemingsvermogen rekenen. Het maakt daarbij dus niet uit of de holding of een aparte dochtermaatschappij het eigen beheer op zich neemt. De bv is op basis van wettelijke regelingen verplicht op de commerciële balans een voorziening op te voeren, die voldoende is de pensioentoezegging uit te voeren. Het is daarbij overigens opmerkelijk dat de overheid geen eisen stelt aan deze voorziening. Bij eigen beheer gelden geen beleggingsvoorwaarden. De bv moet jaarlijks een actuarieel bepaalde koopsom en/of premie berekenen. De omvang van het verschuldigde bedrag hangt onder andere af van de financieringsovereenkomst tussen de werkgever en de pensioen-bv. In de praktijk wordt hier nogal losjes mee omgesprongen, en is de fiscaliteit meestal leidend. Bij een zuivere gang van zaken zal het pensioenlichaam jaarlijks een marktconforme premie en/of koopsom in rekening moeten brengen. Deze zal bijna altijd afwijken van de mutatie in de voorziening, zodat bij de pensioen-bv jaarlijks ook winst of verlies te constateren valt.
Voordelen
De voordelen van het pensioen in eigen beheer liggen vooral op het fiscale vlak. Tijdens de opbouw van het pensioen geniet de bv immers een aftrek, terwijl de dga belasting moet betalen over zijn pensioen wanneer hij zijn uitkeringen ontvangt. De aftrek loopt dus vele jaren op de heffing vooruit en dat geeft een rentevoordeel. Een ander voordeel is dat de bv niet echt premies hoeft te betalen, zodat deze gelden voor andere bestedingen beschikbaar blijven. Is het pensioen bijvoorbeeld ondergebracht bij de holding, dan kan deze bv de gelden investeren in de onderneming of in onroerend goed. Bovendien worden zo de kosten van een verzekeraar bespaard.
Nadelen
Een nadeel van het pensioen in eigen beheer is dat het pensioengeld in de risicosfeer van de bv blijft. De dga moet dan ook accepteren dat er geen dekking is voor het geval hij ‘langer leeft dan de statistiek’. De Belastingdienst zal bovendien willen heffen over het uit te keren pensioen, ook als de bv daartoe eigenlijk niet in staat is. Als het pensioen is ondergebracht bij de holding, kan de pensioenverplichting de verkoop van de aandelen in de holding bemoeilijken. Het is immers voor de koper weer een schuld erbij.
Partnerpensioen
Een dga kan ook een partnerpensioen laten opbouwen in zijn bv. De dga kan zelfs regelen dat tussen het ouderdomspensioen en het partnerpensioen een (beperkte) wisselwerking bestaat. Hij kan bijvoorbeeld in de pensioenovereenkomst (pensioenbrief) opnemen dat het partnerpensioen wordt geruild tegen een verhoging van het ouderdomspensioen van de dga. Dit is handig als de partner van de dga eerder overlijdt dan de dga zelf. Men moet wel tijdig gebruik maken van deze mogelijkheid, anders leidt het overlijden van de partner alleen tot een belaste vrijval van de partnerpensioenverplichting.
Wet: artikel 1 Pensioenwet en artikel 19a LB 1964
Meer informatie: Hof Amsterdam, 20 september 2012 (gepubliceerd 21 november 2012), LJN: BY3639
Geef een reactie