De scholingsuitgaven voor een opleiding die ziet op de verbetering van de kwaliteit van het leven van de cursist is volgens de Hoge Raad niet aftrekbaar. De rechter wees erop dat de aftrek van scholingsuitgaven alleen is bedoeld voor opleidingen die bijdragen aan het verwerven of behouden van inkomen uit tegenwoordige arbeid.
Fiscale faciliteiten voor scholing
Werkgevers zullen in economisch slechte tijden niet gauw geneigd zijn om hun geld uit te geven aan de scholing van hun werknemers. Er bestaan echter verschillende fiscale faciliteiten op het gebied van scholing. Denk hierbij aan de afdrachtvermindering voor onderwijs, het verstrekken of vergoeden van opleidingen en cursussen en de daarmee samenhangende verblijfs- en reiskosten. De werkgever kan deze kosten belastingvrij vergoeden of verstrekken. Dit kan zowel onder de werkkostenregeling (studiekosten zijn gericht vrijgesteld), als onder de overgangsregeling. Hier zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. De studiekosten mogen namelijk niet al door een ander zijn vergoed. Het moet bovendien gaan om een studie of opleiding die is gericht op het vervullen van een beroep in de toekomst of op het op peil houden van vakkennis. De werkgever moet de vergoeding hebben verstrekt of toegezegd vóór het einde van het jaar waarin de kosten worden gemaakt.
Begrip scholing
(Bij)scholing biedt echter meer mogelijkheden en kansen op een baan. Wie op eigen initiatief een opleiding of studie volgt in het kader van zijn persoonlijke ontwikkeling, het op peil houden van zijn vakkennis of om zijn positie op de arbeidsmarkt te verbeteren, kan deze studiekosten in zijn IB-aangifte aftrekken. Dit geldt niet alleen voor de echte werknemers, maar in het geval van een eenmanszaak of vennootschap onder firma kan het ook om de ondernemer zelf gaan en de meewerkende partner. Het begrip ‘werknemer’ moet men in dit verband dus breed opvatten. Aangezien een directeur-grootaandeelhouder ook als werknemer kan kwalificeren, kan hij de scholingskosten die maakt ook in aftrek brengen. Ook voor een uitzendkracht die werkzaam is in de onderneming, maar in dienstbetrekking van het uitzendbureau kan de werkgever hiervan gebruik maken.
Scholingsuitgaven
Aan de aftrek van de scholingsuitgaven zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- de studiekosten zijn gemaakt door de belastingplichtige zelf of door zijn fiscale partner;
- de opleiding of studie was gericht op zijn of haar (toekomstige) beroep;
- er was sprake van een leertraject. Bij een leertraject doet men kennis op onder begeleiding of toezicht;
- de totale kosten minus eventuele vergoedingen waren hoger dan de drempel van € 500. Alle kosten boven de drempel zijn aftrekbaar;
- maximaal € 15.000 aan studiekosten of andere scholingsuitgaven is aftrekbaar. Hierop bestaan wel een aantal uitzonderingen.
Aftrekbare en niet-aftrekbare kosten
Voldoet men aan alle voorwaarden dan kan men in box 1 van de inkomstenbelasting het lesgeld, collegegeld of instellingscollegegeld, kosten voor studieboeken of vakliteratuur, kosten voor EVC-procedures en afschrijving van duurzame goederen die speciaal voor de studie of opleiding zijn aangeschaft, aftrekken. Niet-aftrekbare kosten zijn: de rente over studieschulden, kosten voor levensonderhoud, zoals huisvesting, voeding en kleding, reis- en verblijfkosten, kosten voor studiereizen of excursies en kosten voor (de inrichting van) een werk- of studeerruimte. Houd wel in de gaten dat studiekosten die ouders maken voor de studie van hun kind(eren) of die kinderen maken voor hun studie, niet aftrekbaar zijn. Voor de berekening van de aftrek voor scholingsuitgaven is het van belang of men wel of geen studiefinanciering ontving. Daarnaast speelt daarbij ook een rol of men wel of geen fiscale partner had in het jaar waarin de studiekosten zijn gemaakt.
Geen of gedeeltelijke vergoeding? Aftrekpost voor werknemer
Als een werknemer de studiekosten niet van zijn werkgever vergoedt krijgt, kan de werknemer deze studiekosten dus aftrekken in zijn IB-aangifte als persoonsgebonden aftrek. Krijgt de werknemer slechts een deel van zijn kosten vergoed, dan moet hij deze vergoeding eerst van zijn uitgaven aftrekken voordat hij het aftrekbedrag berekent. Het nadeel hiervan is dat de werknemer te maken krijgt met een drempel van € 500 (in 2012 € 250). Bovendien ontvangt hij niet al zijn studiekosten terug, maar hij krijgt slechts (belasting over) een deel terug. Vergoedt de werkgever de studiekosten, dan drukken deze uitgaven niet op de werknemer. In dat geval kunnen de kosten dus niet voor de heffing van de IB bij hem in aftrek komen. Mocht een werknemer een eerder onbelaste studiekostenvergoeding terugbetalen dan mag hij dit bedrag in aanmerking nemen als scholingsuitgaven in het jaar van terugbetaling. Er is in dit geval immers geen sprake van negatief loon.
Geen aftrek
Dat men niet zomaar kosten van een opleiding of cursus kan aftrekken blijkt uit een recente zaak bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde in de zaak in kwestie dat de fiscus de aftrek van de studiekosten voor de opleiding ‘Sjamanisme en Transformatie’ aan de School voor Sjamanisme terecht had geweigerd. Een eclectisch psychotherapeut had in zijn aangifte IB 2003 namelijk € 1.745 aan scholingsuitgaven voor deze opleiding afgetrokken. Volgens de rechter had de belanghebbende echter niet aannemelijk dat hij deze opleiding had gevolgd met het oog op de verbetering van zijn financieel-economische positie of het op peil houden of verbeteren van kennis en vaardigheden voor het verwerven of behouden van inkomen uit tegenwoordige arbeid. Uit de omschrijving en de doelstelling van de opleiding leidde de rechter af dat het ging om een opleiding die vooral zag op de verbetering van de kwaliteit van het leven van de cursist. De cursist leert met deze opleiding om zijn eigen kracht, de krachten van de natuur en de krachten uit andere dimensies op een bewuste manier met alles wat bestond te verbinden en met respect te gebruiken. Nu het niet ging om een (aanvullende) beroepsopleiding had de belanghebbende dus ook geen recht op aftrek van deze studiekosten.
Meer informatie: Hoge Raad, 7 september 2012, LJN: BX6647 en Hof Leeuwarden 10 januari 2012 (gepubliceerd 12 januari 2012), LJN: BV0713
Geef een reactie