De volgende uitspraak van Hof Den Haag maakt duidelijk dat een ondernemer moet kunnen aantonen dat goederen de grens over gaan als hij de vereenvoudigde ABC-regeling binnen Europese Unie wil toepassen.
ABC-overeenkomst
Een ABC-overeenkomst is een overeenkomst waarbij meer dan één persoon een overeenkomst sluit tot de levering van hetzelfde goed, waarbij de eerste leverancier het goed direct levert aan de laatste afnemer. Voor de btw wordt in beginsel geacht iedere leverancier het goed te leveren aan zijn afnemer. De ABC-overeenkomst is vooral bekend op het gebied van internationale transacties. Het meest gebruikelijke voorbeeld is de situatie waarin een ondernemer uit land A een goed verkoopt aan een ondernemer uit land B, die dit goed weer verkoopt aan een ondernemer in land C. Maar het aantal transacties kan ook groter zijn.
Invoer
Normaal gesproken is de plaats van levering van een goed dat wordt verzonden of vervoerd de plaats waar de verzending of het vervoer begint. Is sprake van een ABC-overeenkomst, waarbij de plaats van de verzending of het vervoer buiten de Europese Unie (EU) ligt, dan worden de eerste levering en de daaropvolgende leveringen geacht plaats te vinden in de lidstaat van invoer. Deze fictie kent wel een voorwaarde: de leverancier moet de goederen invoeren of daartoe opdracht geven. Het gevolg is dat de ondernemer die het goed invoert invoer-btw moet betalen en in beginsel ook weer kan aftrekken. De leveranciers in de volgende schakels hebben te maken met de btw-regelgeving van het land van invoer.
Intracommunautaire ABC-transactie
Als een ABC-transactie binnen de EU plaatsvindt, geldt weer de regel dat voor de btw iedere leverancier het goed levert aan zijn afnemer. Daarbij treedt wel een complicatie op. Stel bijvoorbeeld dat ondernemer A uit Nederland een goed verkoopt aan ondernemer B in Spanje die het goed verkoopt aan ondernemer C in Portugal. B geeft A de opdracht het goed direct te leveren aan C in Portugal. Voor A is dit een intracommunautaire levering, waarover hij 0% btw kan berekenen. Zie ook ‘Intracommunautaire verwerving van goederen’. B wordt echter geacht een intracommunautaire verwerving te hebben gedaan in Portugal, zodat hij zich daar moet laten registreren. Vervolgens telt de levering van B aan C als een lokale transactie in Portugal, belast met het Portugees btw-tarief.
Vereenvoudigde ABC-transactie
Vaak wil de tussenhandelaar zich niet vanwege een incidentele transactie laten registreren in een andere lidstaat. Voor zulke situaties geldt onder voorwaarden een vereenvoudigde regeling. Dankzij deze regeling is B geen btw verschuldigd voor zijn intracommunautaire verwerving in Portugal, maar is C degene die deze verwerving verricht. Dit is echter niet zo’n probleem, omdat C al in Portugal is gevestigd en weet welk tarief van toepassing is. Bovendien kan C in beginsel de btw ook weer aftrekken. Onder de vereenvoudigde regeling hoeft B zich niet in land C te registreren.
Voorwaarden
Aan de vereenvoudigde regeling zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- De tussenhandelaar kan aantonen dat hij de goederen van de eerste leverancier heeft gekocht met het doel ze door te verkopen aan de eindafnemer. Dit kan hij doen met bijvoorbeeld een contract of een offerte.
- Er zijn drie ondernemers die elk in een verschillend EU-land een btw-identificatienummer hebben.
- De tussenhandelaar maakt met de eerste leverancier de afspraak over het vervoer van de goederen.
- De goederen gaan van de eerste leverancier rechtstreeks naar de eindafnemer in het land van die eindafnemer.
- De tussenhandelaar is niet geregistreerd in het land van de eindafnemer.
- De tussenhandelaar vermeldt op zijn factuur aan de eindafnemer zijn eigen btw-identificatienummer, het btw-identificatienummer van de afnemer in zijn land (de eindbestemming dus), de vermelding ‘verlegging vereenvoudigde ABC-regeling’ of ‘heffing verlegd’. Zo weet de eindafnemer dat hij de btw moet aangeven.
- De tussenhandelaar neemt zijn intracommunautaire levering aan de eindafnemer op in zijn btw-aangifte en opgaaf ICP.
Onvoldoende bewijs
De voorwaarden voor de toepassing van de vereenvoudigde ABC-regeling zijn strikt. Ondernemers die niet kunnen bewijzen dat zij terecht het nultarief hebben gebruikt, kunnen een flinke boete verwachten. Zo had een handelaar in onder cd’s en dvd’s een aantal blanco cd’s verkregen van een Belgische leverancier. De handelaar had deze intracommunautaire verwerving niet opgenomen in zijn btw-aangifte. Hij stelde dat hij de cd’s direct had doorverkocht aan een Duitse afnemer. Hoewel de handelaar beschikte over verklaringen van deze Duitse afnemers, leverde dit te weinig bewijs op omdat de verklaringen niets stelden over het vervoer. De afnemers zouden de cd’s zelf hebben afgehaald met eigen vervoer en hadden geen intracommunautaire verwervingen aangegeven. Het Hof stond toe dat de fiscus de handelaar een boete oplegde van € 28.000 wegens het ten onrechte toepassen van de vereenvoudigde ABC-regeling.
Wet: artikel 3, vierde lid, artikel 5, tweede lid en artikel 9, tweede lid, onderdeel b OB 1968 en artikel 12, eerste lid Uitv. Besluit OB 1968
Meer informatie: Hof Den Haag, 15 juni 2012 (gepubliceerd 9 juli 2012), LJN: BX0771
Geef een reactie