Vanaf 2017 kunnen werkgevers in aanmerking komen voor loonkostensubsidies als zij mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst nemen of houden. Er zijn drie soorten tegemoetkomingen voor werkgevers. Het Lage-inkomensvoordeel, de Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon, ook wel jeugd-LIV genoemd en het Loonkostenvoordeel.
Het Lage inkomensvoordeel (LIV) is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Er is een LIV en een jeugd-LIV.
Een werkgever heeft in 2019 recht op het LIV of jeugd-LIV voor elke werknemer die in alle gevallen voldoet aan de volgende voorwaarden:
- is verzekerd voor één of meer werknemersverzekeringen en
- loon geniet uit tegenwoordige dienstbetrekking en
- de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
De werkgever krijgt het LIV automatisch uitbetaald op basis van de ingediende aangiften loonheffingen. Belangrijk voor de werkgever is om het aantal verloonde uren goed in te vullen in de loonaangifte.
LIV
Om in aanmerking te komen voor het LIV geldt een minimum aantal verloonde uren van 1.248. De voorwaarde van 1.248 uur per jaar geldt ook bij een jaar waarin de werknemer in dienst treedt of uit dienst gaat. Dit aantal wordt niet evenredig verminderd als in een jaar minder uur wordt gewerkt.
Het LIV is voor 2019 gemaximeerd tot € 2.000 bij een gemiddeld uurloon tussen de € 10,05 tot en met € 11,07 en bedraagt € 1,01 per verloond uur. Bij een gemiddeld uurloon tussen de € 11,08 tot en met € 12,58 is het maximum € 1.000 en krijgt de werkgever € 0,51 per verloond uur per werknemer.
Jeugd-LIV
De tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon ofwel het jeugd-LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die werknemers van 18 tot en met 21 jaar in dienst nemen en houden. Dit jeugd-LIV is een compensatie voor de stijging van het minimumjeugdloon. Het UWV beoordeelt aan de hand van de Polisadministratie of de werkgever in aanmerking komt voor het jeugd-LIV en voor welk bedrag en geeft dit door aan de Belastingdienst.
Naast de hierboven genoemde algemene voorwaarden voor LIV heeft een werkgever in 2019 recht op het jeugd-LIV voor elke werknemer die:
- op 31 december 2018 18, 19, 20 of 21 jaar is en
- een gemiddeld uurloon heeft dat hoort bij het wettelijke minimumloonjeugdloon voor zijn leeftijd.
Voor het jeugd-LIV geldt geen minimum aantal van 1.248 verloonde uren. Voor een werknemer die op 31 december 2018 18 jaar was, is het jeugd-LIV in 2019 € 0,23 per uur met een maximum van € 478,40. Voor werknemers van 19 jaar, 20 jaar en 21 jaar is het jeugd-LIV per uur € 0,28, € 1,02 en € 1,58 met maxima van € 582,40, € 2.121,60 en € 3.286,40.
Het loonkostenvoordeel
Het Loonkostenvoordeel (LKV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die oudere werknemers in dienst nemen of werknemers in dienst nemen met een beperking door ziekte of handicap. Het LKV is per 1 januari 2018 ingegaan, uitbetaling van het LKV vindt voor het eerst in 2019 plaats. Er zijn vier soorten loonkostenvoordelen (LKV):
- voor de oudere werknemer;
- voor de arbeidsgehandicapte werknemer;
- doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden;
- herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.
Gemeenschappelijke voorwaarden LKV
Om in aanmerking te komen voor het LKV moeten werkgevers in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoen:
- beschikken over een doelgroepverklaring van de werknemer;
- aangeven in de aangifte LKV te willen hebben;
- werkgever heeft nog niet eerder over de maximale duur LKV ontvangen;
- het is geen gesubsidieerde dienstbetrekking in het kader van WSW;
- werknemer is verzekerd voor de werknemersverzekeringen;
- werknemer heeft AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Een werkgever kan pas in aanmerking komen voor een LKV als hij beschikt over een zogeheten doelgroepverklaring. Anders dan bij het LIV moet de werkgever in zijn aangiften loonheffingen aangeven dat hij LKV wil toepassen.
LKV oudere werknemer
Alleen voor het LKV voor de oudere werknemer geldt een minimum leeftijd van 56 jaar of ouder. De werknemer moet voordat hij in dienst trad bij de werkgever een uitkering hebben gehad. Dit kan zijn een uitkering volgens de WW, IOW, WAO, WIA, Wajong, Waz, Wamil, Participatiewet, IOAW, IOAZ of een gelijksoortige uitkering uit een ander land van de EU of Zwitserland. De hoogte van het LKV voor de oudere werknemer is € 3,05 per verloond uur. De maximale duur is drie jaar en de maximumuitkering per jaar is € 6.000.
LKV arbeidsgehandicapte werknemer
Voor het LKV arbeidsgehandicapte werknemer moet de werknemer in de maand voor hij in dienst kwam recht hebben gehad op een WIA-, WAO-, of WAZ-uitkering. Hij was daarom arbeidsgehandicapt volgens de Wet (re-)ïntegratie arbeidsgehandicapten (REA). Ook voor de werknemer die binnen vijf jaar na de dag waarop de wachttijd is geëindigd bestaat mogelijk recht op LKV arbeidsgehandicapte werknemer. De werknemer moet dan voor 35% of minder arbeidsongeschikt zijn en geen passend werk kunnen vinden en de desbetreffende werknemer was 11 weken voor het einde van de wachttijd van de WIA nog in dienst van dezelfde werkgever die hij had toen hij ziek werd. De hoogte van het LKV voor de arbeidsgehandicapte is € 3,05 per verloond uur. De maximale duur is drie jaar en de maximumuitkering per jaar is € 6.000.
LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
Het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden geldt voor de werknemer die onder meer voldoet aan een van de volgende voorwaarden:
- recht op Wajong-uitkering of arbeidsondersteuning volgens de Wet Wajong;
- een WSW-indicatie (Wet sociale werkvoorziening) heeft;
- volgens het UWV niet in staat is om 100% van het loon te verdienen;
- beschikt over een indicatie als arbeidsbeperkte.
- niet zonder voorziening van het UWV of gemeente minimaal het minimumloon verdienen
- niet behoort tot doelgroep banenafspraak. De werknemer heeft door omstandigheden problemen gehad met het volgen van onderwijs en komt binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs in dienst bij de werkgever.
Voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden geldt een LKV per verloond uur van € 1,01 met een maximum van € 2.000 per jaar gedurende maximaal 3 jaar.
LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte
Voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte bestaat het recht op een LKV als de werknemer onder andere voldoet aan de voorwaarde dat hij in de maand voor plaatsing recht had op een WIA-uitkering of een soortgelijke uitkering uit een ander EU-land of Zwitserland. Voor de herplaatsing van arbeidsgehandicapte werknemers geldt een LKV per verloond uur van € 3,05 met een maximum van € 6.000 gedurende maximaal een jaar.
Samenloop LIV’s en LKV
In beginsel kunnen meerdere tegemoetkomingen niet cumuleren. Bestaat recht op zowel het LKV als op de LIV, dan wordt alleen het hoogste bedrag hiervan uitgekeerd aan de werkgever. Zijn de bedragen van het LIV en LKV hetzelfde dan wordt alleen het LKV uitbetaald. In afwijking van het bovenstaande, kunnen het LKV en de Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV) wel samenlopen.
Definitie ‘jaarloon’ en ‘gemiddeld uurloon’
Voor berekening van de LIV’s en LKV is relevant wat de hoogte van het jaarloon is en het gemiddelde uurloon. Het gaat om het loon voor de sociale verzekeringen (sv) vermeld in kolom 8 van de loonstaat. Tot dit loon behoren niet de WGA-uitkeringen betaald door een eigenrisicodrager, de werkgeversbetalingen van WAO-/WIA-/WW-uitkeringen, de Ziektewetuitkeringen die de eigenrisicodrager betaalt en nabetalingen die de werkgever doet na afloop van de dienstbetrekking.
Het gemiddeld uurloon is het jaarloon van de werknemer gedeeld door het totaal van de verloonde uren in het desbetreffende jaar.
Doelgroepverklaring
Voor het LKV moet de werkgever beschikken over een doelgroepverklaring. In beginsel moet de werknemer zelf zijn doelgroepverklaring aanvragen. Dat kan hij doen met zijn DigiD. Als hij die doelgroepverklaring heeft ontvangen, moet hij die overhandigen aan zijn werkgever. Die werkgever weet dan dat hij het LKV kan toepassen. De werknemer moet de doelgroepverklaring in beginsel bij het UWV aanvragen. Als de werknemer een uitkering kreeg volgens de Participatiewet, IOAW of IOAZ en ouder dan 56 jaar is dan moet hij een LKV aanvragen bij de gemeente waar hij woont. De werknemer moet de doelgroepverklaring binnen drie maanden nadat hij in dienst is getreden aanvragen. Een werknemer kan ook bijvoorbeeld zijn werkgever machtigen om voor hem de doelgroepverklaring aan te vragen. Let wel goed op dat de werknemer zelf zijn gevolmachtigde benoemt. Als een werknemer een werkgever machtigt, mag die werkgever de aanvraag doelgroepverklaring niet uit handen geven aan een administratiekantoor.
Summer course loonheffingen
Wilt u meer weten over de Wet tegemoetkomingen loondomein of wilt u uw kennis over de loonheffingen weer opfrissen of uitbreiden? Kom dan naar de Summercourse leergang loonheffingen van 28 tot en met 30 augustus 2019. > Meer informatie en aanmelden..
Meer informatie: Kennisdocument
Geef een reactie