Een personenvennootschap is een laagdrempelige rechtsvorm die het mogelijk maakt goedkoop en met weinig formele regels in samenwerking met anderen een onderneming te starten. Toch kent de huidige regeling nadelen. Denk hierbij aan gedateerde wet- en regelgeving verspreid over diverse wettelijke regelingen of de verschillende behandeling van beroepsbeoefenaren en degene die bedrijfsactiviteiten uitoefenen. Tijd om het personenvennootschappenrecht te moderniseren.
Met een personenvennootschap wordt een maatschap, een vennootschap onder firma (VOF) en een commanditaire vennootschap (CV) bedoeld. De huidige wettelijke regeling voor deze vennootschappen is verspreid over Boek 7A Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel. Bovendien dateert deze wetgeving nog uit de 19e eeuw en voldoet deze niet meer voor de huidige praktijk. Vennoten kunnen niet of nauwelijks overgaan tot bedrijfsoverdrachten. Ook is niet duidelijk of vennoten zekerheidsrechten kunnen vestigen op hun aandeel in de personenvennootschap. In de literatuur zijn ook vraagtekens geplaatst bij de verschillende behandeling van beroepsbeoefenaars en degene die bedrijfsactiviteiten uitoefenen. Beoefenaren van beroepsactiviteiten kunnen de maatschap of de VOF als rechtsvorm kiezen, terwijl beoefenaren van bedrijfsactiviteiten alleen de VOF als rechtsvorm kunnen kiezen. Er is een belangrijk verschil in aansprakelijkheid voor schulden van de vennootschap bij een maatschap of een VOF. Bij de maatschap zijn maten aansprakelijk voor gelijke delen, terwijl vennoten van de VOF hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel.
Internetconsultatie ‘Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen’
Op 21 februari 2019 is het wetsvoorstel Wet modernisering personenvennootschappen ingediend. Dit wetsvoorstel beoogt een duidelijke en eenvoudige regeling te bieden met daarbij passende waarborgen, zowel voor de vennoten zelf als de schuldeisers van de vennootschap. In het wetsvoorstel stelt de wetgever voor om onder meer de toe- en uittreding van nieuwe vennoten, de vertegenwoordiging van de vennootschap en de rechtsverhouding tussen de vennoten onderling wettelijk te regelen. Het doel van het wetsvoorstel is de start, groei en beëindiging van de activiteiten te vereenvoudigen. Het wordt eenvoudiger om goederen op naam van de vennootschap te zetten, omdat de vennootschap rechtspersoonlijkheid krijgt. Verder wordt het makkelijker om vennoten te laten toe- en uittreden en komen er nieuwe mogelijkheden om financiering aan te trekken door vestiging van zekerheidsrechten. Door de hoofdelijke verbondenheid van de vennoten voor schulden van de vennootschap zijn ook de belangen van de schuldeisers gewaarborgd.
Verdwijnen onderscheid maatschap en VOF
Het onderscheid tussen maatschap en VOF komt te verdwijnen. Er komen twee rechtsvormen, de vennootschap en de commanditaire vennootschap. Deze rechtsvormen kunnen zowel voor beoefenaren van beroepsactiviteiten als bedrijfsactiviteiten worden gebruikt, het huidige onderscheid tussen bedrijfs- en beroepsactiviteiten komt te vervallen. Onder het nieuwe recht gaat voor alle vennoten eenzelfde verbondenheid voor schulden gelden, tenzij sprake is van een commanditaire vennoot. Derden kunnen vorderingen zowel op de vennootschap als op de individuele vennoten verhalen, voor zover aannemelijk is dat de vennootschap de schuld niet zal voldoen. Een commanditaire vennoot zal niet verbonden zijn voor de verbintenissen van de vennootschap jegens derden, dit is thans zo en dat blijft zo. Nieuw is dat de commanditaire vennoot handelingen mag gaan verrichten namens de vennootschap op basis van een door de andere vennoten verstrekte volmacht. Dat is nu nog verboden.
Rechtspersoonlijkheid vennootschap
In het wetsvoorstel is een blijft een belangrijk uitgangspunt contractsvrijheid van de vennoten. Aan die contractsvrijheid worden slechts beperkingen gesteld ter voorkoming van onevenredigheid tussen vennoten en om de belangen van bijvoorbeeld schuldeisers te waarborgen. Een in het oog springende wijziging betreft de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de vennootschap. Dit maakt het eenvoudiger goederen op naam van de vennootschap te zetten. Ook is het dan eenvoudiger voor vennoten om toe- en uittreding te regelen. In het huidige recht leidt uittreding van een vennoot in beginsel tot ontbinding van de vennootschap. Bij het ontstaan van rechtspersoonlijkheid leidt uittreding van een vennoot niet langer meer automatisch tot ontbinding van de vennootschap. Schuldeisers kunnen door toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de vennootschap makkelijker beoordelen wat tot het vermogen van de vennootschap behoort, omdat in het register goederen op naam van de vennootschap staan. Rechtspersoonlijkheid zorgt ook voor duidelijkheid in het handelsverkeer. Door rechtspersoonlijkheid is het makkelijk te beoordelen of een vennootschap bestaat, wat het vermogen is en wie namens de vennootschap mag handelen en of er beperkingen zijn voor wat betreft de vertegenwoordigingsbevoegdheid van vennoten.
Beperking voor verkrijging registergoederen of het zijn van erfgenaam
Er geldt een beperking voor de verkrijging van registergoederen of het zijn van erfgenaam van een vennootschap. Een vennootschap kan geen registergoederen verkrijgen of erfgenaam zijn zolang zij niet is ingeschreven in het handelsregister. Dit om te voorkomen dat in het handelsverkeer onzekerheid bestaat over of een registergoed met succes aan een vennootschap is geleverd.
Verbondenheid voor schulden van de vennootschap
In beginsel zijn vennoten hoofdelijk verbonden voor de schulden van de vennootschap, voor zover aannemelijk is dat de vennootschap de schulden niet zal voldoen. In de memorie van toelichting worden als voorbeelden genoemd het niet reageren op een aanmaning door een vennootschap en de situatie dat het duidelijk is dat de vennootschap onvoldoende vermogen heeft.
Verbondenheid van een bepaalde vennoot
Een uitzondering geldt als een wederpartij de opdracht toevertrouwd aan een bepaalde vennoot. In dat geval is alleen die vennoot aansprakelijk, naast de vennootschap,. Partijen kunnen overigens van deze regeling afwijken. Ook kunnen schuldeisers in het handelsregister zien wie namens de vennootschap mag handelen, omdat vennoten in het handelsregister moeten zijn ingeschreven en eventuele beperkingen in het handelen van vennoten met derden ook in het handelsregister moeten zijn vermeld.
Kort commentaar
Een van de wijzigingen betreft de verbondenheid voor schulden van de vennootschap voor vennoten in privé. Nu is er een duidelijke volgorde voorgesteld. Eerst de vennootschap en pas daarna de vennoten in privé.
Vennoten zijn hoofdelijk verbonden voor de schulden van de vennootschap, voor zover aannemelijk is dat de vennootschap de schulden niet zal voldoen. Of de praktijk wat heeft aan de voorbeelden uit parlementaire geschiedenis (MvT, p. 43) is de vraag. Als een vennoot of medevennoot een rekening over het hoofd ziet en vervolgens de vennootschap een aanmaning krijgt, kan de schuldeiser van de vennootschap, ook al de vennoten in privé aanspreken. De vraag is of deze sanctie al moet volgen na een eerste aanmaning. De regeling zou in mijn optiek beter tot zijn recht komen als schuldeisers eerst de vennootschap in gebreke moeten stellen, voordat zij de vennoten persoonlijk kunnen aanspreken.
Ook als het duidelijk is dat de vennootschap onvoldoende vermogen heeft, is volgens de parlementaire geschiedenis (MvT, p. 43) aannemelijk dat de vennootschap de schuld niet zal voldoen. Hoe weet een schuldeiser of de vennootschap onvoldoende vermogen heeft? Er geldt immers geen publicatieplicht voor personenvennootschappen.
Meer informatie: Internetconsultatie ‘Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen’
Verdiepingscursus
Meer weten over personenvennootschappen? Maandag 20 mei 2019 verzorgt mr. dr. Thil van Kempen een verdiepingscursus. > Informatie en aanmelden.
Geef een reactie