Met de feestdagen voor de deur zijn er veel (groot)ouders die nog een schenking aan hun (klein)kinderen willen doen. De begiftigde moet niet alleen aangifte schenkbelasting doen van die schenking, maar van alle schenkingen die hij in 2015 heeft ontvangen. En dat moet in beginsel vóór 1 maart 2016 gebeuren.
Voor elke schenking moet in principe afzonderlijk aangifte worden gedaan. De belastingplichtige begiftigde moet binnen 2 maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden aangifte doen van de schenking met het formulier ‘Aangifte schenkbelasting’. Gaat het om meerdere schenkingen van dezelfde persoon, dan moet de begiftigde deze in één aangifte opnemen. Heeft de begiftigde geen aangiftebiljet ontvangen, dan moet hij binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar dat de schenking heeft plaatsgevonden een aangiftebiljet aanvragen bij de Belastingdienst. Doet hij geen aangifte, dan zal de Belastingdienst zelf schatten hoeveel schenkbelasting hij moet betalen. Hij krijgt dan een aanslag opgelegd voor dat geschatte bedrag en misschien ook een boete.
Nadere aangifte
In sommige gevallen moet men nadere aangifte doen. Bijvoorbeeld wanneer een voorwaarde in vervulling gaat. Zo bestaat er recht op een belastingteruggaaf als de verkrijging door een ontbindende voorwaarde wordt verminderd. Hierbij wordt echter rekening gehouden met het feit dat de begiftigde het bezit van het vermogen gedurende een bepaalde periode heeft gehad. Dit wordt bereikt door bij de teruggaaf rekening te houden met in de tussentijd daadwerkelijk genoten voordelen, die geacht worden te zijn geschonken.
De aanslag
De inspecteur moet binnen 3 jaren na het ontstaan van de belastingschuld een aanslag opleggen. Voor het opleggen van een navorderingsaanslag geldt een verjaringstermijn van 5 jaar jaar (12 jaar als het gaat om een vermogensbestanddeel in het buitenland). Doet men geen aangifte van de schenking, dan begint de termijn voor de schenkbelasting te lopen na de dag van inschrijving van de akte van overlijden van de schenker of van de begiftigde in de registers van de burgerlijke stand. Als zowel de schenker als de begiftigde een rechtspersoon is, dan vervalt de bevoegdheid tot het vaststellen van een (navorderings)aanslag 20 jaar na de schenking.
Kwijtscheldingsregelingen
De Belastingdienst kan onder voorwaarden kwijtschelding verlenen voor de schenkbelasting. Bijvoorbeeld bij schenkingen aan natuurlijke personen die zelf niet in staat zijn in het eigen levensonderhoud te voorzien of schenkingen aan natuurlijke personen jonger dan 27 jaar ter voldoening van opleidingskosten. Kwijtschelding is ook mogelijk op grond van de zogeheten hardheidsclausule. Voor toepassing van de hardheidsclausule is vereist dat sprake is van een belasting die op grond van de wet terecht is verschuldigd, maar waarvan heffing in het specifieke geval dermate onbillijk is dat hiervan moet worden afgezien. Hierbij kan worden gedacht aan een schenking tussen aanstaande echtgenoten. Voor aanstaande echtgenoten geldt het hoge derdentarief, maar op grond van de tegemoetkoming is het lage tarief als het ware van toepassing, omdat het verschil wordt kwijtgescholden.
Aansprakelijkheid
De schenker is hoofdelijk aansprakelijk voor de schenkbelasting. Formeel is de schenkbelasting verschuldigd door de begiftigde. Als sprake is van een schenking vrij van belasting, dan wordt de belasting voldaan door de schenker. Daardoor ontstaat voor de begiftigde een extra verkrijging waarover de begiftigde wederom belasting verschuldigd is. Hierdoor neemt de omvang van de verkrijging weer toe, waarover weer extra belasting verschuldigd is (etc.). In de praktijk komt een verkrijging vrij van belasting daarom niet meer voor.
Tip!
Als de Eerste Kamer instemt met het Belastingplan 2016 is de verhoogde schenkvrijstelling van € 100.000 voor de eigen woning vanaf 2017 terug! Maar wachten tot 2017 met een schenking is niet nodig. In 2015 en 2016 kunnen ouders eenmalig nog een cadeau van € 50.000 belastingvrij geven aan hun kinderen voor de financiering van hun eigen woning of € 25.322 voor een beroepsopleiding of een dure studie. Daarnaast gelden elk jaar de vrijstelling van € 5.277 voor schenkingen van ouders aan kinderen en de vrijstelling van € 2.111 voor schenkingen van derden (bijvoorbeeld oma en opa).
Geef een reactie