Het aantal keren dat het recht op ongestoord eigendomsgenot (artikel 1 eerste protocol bij het EVRM) in stelling wordt gebracht tegen belastingheffing is in ongeveer 5 jaar vervijfvoudigd. Hier hebben bijvoorbeeld de crisisheffing, kansspelbelasting, verhuurdersheffing en het forfaitaire rendement voor spaarders aan bijgedragen.
Recht op ongestoord genot van eigendom
Belastingheffing is altijd een door de wet gelegitimeerde inbreuk op het eigendomsgenot. Een beroep op artikel 1 EP EVRM wordt om die reden in de jurisprudentie gezien als een beroep op het daarin gelezen rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Wetgeving moet voldoende toegankelijk, voorzienbaar en precies zijn. Zeker als de wetgever een wetgevende maatregel met (een vorm van) terugwerkende kracht ten nadele van belastingplichtigen wil invoeren, moet hij een goede balans zien te vinden tussen de gebruikte middelen en het doel dat hij wil bereiken.
Ruime beoordelingsvrijheid
De wetgever heeft bij het maken van zijn belangenafweging tussen algemeen en individueel belang een ruime beoordelingsvrijheid. Volgens de Hoge Raad moet het oordeel van de wetgever worden geëerbiedigd tenzij het van redelijke grond is ontbloot. Die algemene toets doorstaat wetgeving daardoor in het algemeen snel als de wetgever in zijn toelichting blijk geeft van een duidelijke belangenafweging en het doel van de regelgeving duidelijk heeft geformuleerd (zie bijv. Verlenging crisisheffing toegestaan). De toets wordt in ieder geval juist niet doorstaan als wetgeving in strijd komt met de eigen doelstelling van de wetgever (zie Leegwaarderatio soms onverbindend). De Balans ontbreekt alsnog in een voorliggende casus als sprake is van een zogenoemde individuele en buitensporige last.
Buitensporige last
Die buitensporige last wordt niet altijd duidelijk gesteld, terwijl een hoge bewijslast geldt. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het eerste arrest over de crisisheffing. Enkele richtlijnen zijn af te leiden uit de rechtspraak:
-
De wetgever mag ervan uitgaan dat belastingplichtigen schadebeperkende maatregelen nemen (Kanspelbelasting, hof na verwijzing).
-
De leegwaarderatio voldeed niet aan de eigen doelstelling van de wetgever rekening houdend met het waardedrukkend effect van verhuur, als de WEV in een individueel geval in betekende mate (meer dan 10%) ten nadele afwijkt van forfaitair bepaalde waarde. (zie Leegwaarderatio soms onverbindend).
-
Van een buitensporige last kan sprake zijn als er ten gevolge van de wettelijke maatregel omvangrijk negatief resultaat is (kansspelbelasting, huurwaardeforfait). De individuele belastingplichtige moet extra geraakt zijn bovenop hetgeen de wetgever voorzien had.
-
Het ontbreken van een tegenbewijsregeling weegt niet zwaar als de wetgever hiervoor een goede reden heeft benoemd. Dit in tegenstelling tot het geheel ontbreken van effectief verweer (fierensmarge).
Vooruitkijken
Bij de crisisheffing hebben lagere rechters en de A-G verschillend geoordeeld over de terugwerkende kracht. Voorzienbaarheid kan misschien een grens stellen aan de toepassing van de crisisheffing. (zie bijv. a-g-laat-crisisheffing-pas-op-25-mei-2012-ingaan ). Of de proefprocedure voor de vermogensrendementheffing voor spaarders kans maakt is tevens spannend. Uiteraard houdt Taxence u op de hoogte.
Geef een reactie