Nederland mag de levering van paarden niet meer automatisch onder het verlaagde btw-tarief laten vallen. Het lage tarief zal in de toekomst alleen nog gelden voor paarden die worden gebruikt voor consumptie.
Verlaagd tarief
Onder de huidige Nederlandse wetgeving mag een ondernemer bij de levering van rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden het verlaagde btw-tarief van 6% toepassen. Deze toepassing van het lage tarief is een uitwerking van de mogelijkheid van lidstaten van de Europese Unie om de levering van voedingsmiddelen onder het lage tarief te laten vallen. De Europese Commissie vindt dat de Nederlandse bepaling te ruim is, vooral als het gaat om paarden. De Commissie heeft Nederland daarom voor het Europese Hof van Justitie gedaagd.
Racepaarden
Het Hof heeft op 3 maart 2011 geoordeeld dat de Nederlandse bepaling inderdaad in strijd is met het Europees recht voor zover het gaat om de levering van paarden. Het Hof vindt het geen probleem als de levering van rundvee, schapen, geiten en varkens onder het tarief van 6% vallen. Deze dieren worden gewoonlijk gebruikt in de menselijke en dierlijke voedselketen. Met paarden ligt dat anders. Als iemand een paard koopt zal hij dat gewoonlijk niet doen om het paard te gebruiken voor de bereiding van levensmiddelen, maar uit andere overwegingen. Een duidelijk voorbeeld is de levering van een racepaard. Volgens het hof mag de levering van een paard alleen onder het lage btw-tarief vallen als de afnemer het paard wil laten slachten voor consumptie.
Aanpassingen
De uitspraak van het Europese Hof van Justitie dwingt Nederland tot een aanpassing van de wet. Daarom is inmiddels een wetsvoorstel ingediend. In het wetsvoorstel valt de levering van paarden niet automatisch onder het lage tarief. Het is wel mogelijk om dieren met 6% btw te leveren als deze dieren kennelijk bestemd zijn voor gebruik in de landbouw.
Inwerkingtreding
Hoewel de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen, is de datum van inwerkingtreding nog onduidelijk. De staatssecretaris van Financiën vreest namelijk dat een directe inwerkingtreding een concurrentienadeel oplevert voor de Nederlandse paardensector. Hij heeft daarom contact opgenomen met de Europese Commissie, maar nog geen reactie ontvangen. Het wetsvoorstel zal in ieder geval niet vóór of op 1 januari 2012 in werking treden.
Aanwijzingen
De staatssecretaris heeft ook een paar aanwijzingen gegeven over situaties waarin de levering van een paard wel of niet onder het lage btw-tarief valt. Zo meent hij dat de leveringen van paarden aan fokkerijen onder het tarief van 6% kunnen vallen, omdat fokinstellingen landbouwproductiewerkzaamheden verrichten. De levering door een fokkerij is in beginsel belast met 19%, omdat de hoedanigheid van de afnemer van belang is en niet die van de leverancier. Dit is ook de reden dat de levering van jonge paarden (tot vijf jaar) in beginsel onder het hoge tarief valt.
Wet: Tabel I, onderdeel a, subonderdeel 4 Wet OB 1968
Meer informatie: ministerie van Financiën, 19 december 2011, nr. DV/2011/602, wetsvoorstel 30922
Geef een reactie