In de vennootschapsbelasting kennen we zowel de vrijgestelde beleggingsinstelling als de fiscale beleggingsinstelling. Hoewel met beide vormen fiscaal vriendelijk belegd kan worden, zitten er tussen beide regelingen uiteraard ook verschillen. Een overzicht.
VBI
Een vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) komt men in de vorm van een nv of een fonds voor gemene rekening tegen (geen bv-vorm dus). De vbi houdt zich bezig met collectief beleggen en is subjectief vrijgesteld van de vennootschapsbelasting. Dit is iets anders dan het 0%-tarief van de fbi. Daarnaast hoeft de vbi in beginsel geen dividendbelasting in te houden op haar dividenduitkeringen. Daar staat tegenover dat de vbi geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting (of andere ingehouden heffingen) op de door haar ontvangen dividenden of andere inkomsten. Overigens moet de ab-houder in een vbi ab-heffing betalen als hij zijn aandelen met winst verkoopt of wanneer de vbi winst uitkeert (zie ook Vrijgestelde beleggingsinstelling).
Voorwaarden vbi
Een beleggingsinstelling moet de Belastingdienst verzoeken om te worden aangemerkt als vbi. Zij moet dit verzoek uiterlijk indienen in (de loop van) het jaar waarin zij de vbi-status wil verkrijgen. Vervolgens krijgt zij een beschikking waartegen zij bezwaar kan maken. De vbi-status kan alleen ingaan aan het begin van een boekjaar. De vbi is niet aangifteplichtig voor de vennootschapsbelasting. De fiscale beleggingsinstelling (fbi) moet daarentegen wel aangifte doen, maar betaalt een tarief van 0%.
Beleggen
Voor een vbi is het alleen toegestaan om te beleggen in financiële instrumenten. Voor de vbi tellen banktegoeden ook als financiële instrumenten. Beleggen in direct vastgoed en bijzondere, beperkt te verhandelen fondsen is dus niet toegestaan. Bovendien mag zij mag naast beleggen geen andere activiteiten verrichten, zoals geldleningen verstrekken aan derden. De beleggingsinstelling mag evenmin haar aandelen of activa laten dienen als voorwerp van zekerheid voor schulden van bv’s met (onder andere) niet-beleggingsactiviteiten.
FBI
Een fiscale beleggingsinstelling is een nv, een bv of een fonds voor gemene rekening waarbij het doel en de feitelijke werkzaamheden bestaan uit het beleggen van vermogen. De fiscale faciliteit voor de fbi heeft tot doel particuliere beleggers, die via zo’n instelling beleggen, in fiscaal opzicht zo veel mogelijk gelijk te behandelen als beleggers die rechtstreeks beleggen. Om dit bereiken wordt er op het niveau van de fbi geen vennootschapsbelasting geheven. De beleggingsresultaten worden uiteindelijk alleen belast bij de aandeelhouder doordat de fbi in beginsel alle beleggingsresultaten (waaronder dividenden) die niet in de herbeleggingsreserve zijn opgenomen, binnen acht maanden na afloop van het boekjaar moet uitkeren aan haar aandeelhouders. De fiscale beleggingsinstelling moet haar winst dus jaarlijks uitkeren aan de aandeelhouders, de vrijgestelde beleggingsinstelling kent deze verplichting niet.
Over een dividenduitkering van de fiscale beleggingsinstelling moet dividendbelasting worden ingehouden. Dit is anders dan bij de vbi: als een vrijgestelde beleggingsinstelling dividend uitkeert aan haar deelnemers, valt dit dividend niet onder de dividendbelasting
0%-Tarief
Als de fiscale beleggingsinstelling aan de gestelde voorwaarden voldoet, bedraagt de belasting 0% van het belastbare bedrag. Anders dan met de vbi hoeft hiervoor geen verzoek te worden ingediend bij de Belastingdienst en wordt er geen beschikking afgegeven. Wel moet er –bijvoorbeeld in de aangifte vennootschapsbelasting – worden aangeven dat de vennootschap of het fonds moet worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling. Als uit de aanslag blijkt dat het 0%-tarief niet is toegepast, kan er bezwaar worden gemaakt tegen die aanslag. Anders dan de vbi moet de fbi dus wel aangifte Vpb doen, maar betaalt een tarief van 0%.
Aandeelhouders
De fbi kent – anders dan de vbi – specifieke aandeelhoudersvereisten. De voorwaarden die rondom de aandeelhouders worden gesteld, moeten er voor zorgen dat vooral de particuliere belegger kan profiteren van het gunstige regime van de fbi. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen belegginstellingen die zich richten op een groot publiek en fbi’s die dat niet doen. In het laatste geval geldt bijvoorbeeld dat natuurlijke personen geen aanmerkelijk belang mogen hebben in het lichaam.
Wet: artikel 6a en 28 Wet Vpb
Geef een reactie