Hoewel er over het algemeen meer geklaagd wordt dan vroeger, hoeft de tuchtraad uiteindelijk maar weinig zaken per jaar te behandelen over belastingadviseurs. Bij de accountants komt de tuchtrechter veel vaker in actie.
Reglement Tuchtzaken NOB
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft een eigen tuchtrechtspraak, waarin – als daar aanleiding voor is – de praktijkuitoefening van leden wordt getoetst aan de ‘eer en waardigheid van het beroep’. De regels daarvoor zijn vastgelegd in onder andere het Reglement Beroepsuitoefening. De tuchtrechtspraak is geregeld in het Reglement Tuchtzaken. De tuchtrechtspraak is eerste instantie in handen van de Raad van Tucht. Tegen een uitspraak van de Raad van Tucht is beroep mogelijk bij de Raad van Beroep. De uitspraken worden gepubliceerd op het openbare gedeelte van de website van het NOB. Voor het jaar 2014 zijn er nog geen uitspraken gepubliceerd. In 2013 publiceerde de Raad van Tucht acht zaken en de Raad van Beroep drie zaken.
Reglement Beroepsuitoefening RB
Leden van het Register Belastingadviseurs (RB) moeten zich te houden aan algemene fatsoensregels, maar in het bijzonder aan het Reglement Beroepsuitoefening en aan de door de belastingadviseur gehanteerde algemene voorwaarden. Ook zij zijn gebonden aan een Reglement op de Tuchtrechtspraak, van hun eigen beroepsorganisatie. In eerste instantie wordt een klacht door de Raad van Tucht behandeld. Dit zijn jaarlijks zo’n tien zaken. Daarna kan een van de betrokken partijen (of het bestuur) in beroep gaan bij de Raad van Beroep. Binnenkort komen de uitspraken – geanonimiseerd – op de website van het Register Belastingadviseurs, zo was onlangs te lezen in Het Register. Gezien het lage aantal tuchtzaken lijkt het tuchtrecht voor belastingadviseurs vooral een afschrikmiddel en – gelukkig – geen noodzaak.
Accountantskamer
Accountants hebben hun eigen tuchtrechtspraak. De Accountantskamer behandelde vorig jaar 118 tuchtzaken (te vinden op www.overheid.nl). Tegen een beslissing van de Accountantskamer kan binnen zes weken na de uitspraak beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De Accountantskamer oordeelde onlangs dat een registeraccountant, die geen enkele bemoeienis had met de fiscale adviezen van een belastingadviseur van het kantoor waarvan hij directeur was, niet tuchtrechtelijk kon worden aangesproken voor die adviezen. De Accountantskamer vond het aannemelijk dat de belastingadviseur van hetzelfde kantoor de leidende rol had gespeeld in een zaak. Hij was zelfstandig tuchtrechtelijk aanspreekbaar als lid van de NOB.
Verzuimd advies
Het ging in deze zaak om moedervennootschap die in één van haar dochtervennootschappen een thuiszorgbemiddelingsbedrijf dreef. De administratie van de moeder werd verzorgd door een accountantskantoor. Hoewel voor bemiddeling bij thuiszorg een vrijstelling van btw kan gelden (als voldaan is aan de voorwaarden), werd hiervan in eerste instantie geen gebruik van gemaakt. Wel werd in april 2011 het thuiszorgbemiddelingsbedrijf op verzoek toegevoegd aan de fiscale eenheid van de moeder- en twee andere dochtervennootschappen. Een maand later verkocht de moeder de aandelen van het thuiszorgbemiddelingsbedrijf. De nieuwe eigenaar vroeg direct ruim € 237.000 aan btw terug over 2006 tot en met 2010, na een verzoek om alsnog gebruik te kunnen maken van de btw-vrijstelling. De Belastingdienst honoreerde de aanvraag.
Ontbinding fiscale eenheid
Vanwege de verkoop van het thuiszorgbemiddelingsbedrijf vroeg het accountantskantoor eind mei 2011 om ontbinding van de fiscale eenheid en wijziging van het rekeningnummer van de moeder. Vervolgens deed het kantoor in juni 2011 een suppletieaangifte tot en met 2010 van de fiscale eenheid inclusief het thuiszorgbemiddelingsbedrijf, voor een teruggaaf van circa € 32.000. De inspecteur betaalde maar ongeveer € 12.000 terug, omdat hij rekening hield met € 20.000 die hij eerder terugbetaalde aan de nieuwe eigenaar van het thuiszorgbemiddelingsbedrijf. De moeder en één van haar dochters dienden daarop een klacht in tegen de directeur van het accountantskantoor (een registeraccountant). Ze klaagden onder meer dat hij had verzuimd ze te wijzen op de mogelijkheid van de btw-vrijstelling en dat de suppletieaangifte niet op tijd was ingediend waardoor ze €20.000 waren misgelopen. De klagers kregen op geen enkel punt gelijk van de Accountantskamer.
Meer informatie: Accountantskamer, 24 maart 2014, ECLI:NL:TACKN:2014:27
Geef een reactie