Mr. Mischa Gerardu-Houben zal in het komende nummer van het Vakblad FamilieZaken ingaan op de fiscale waardering van familiebedrijven. Hier wordt alvast een tipje van de sluier opgelicht.
De Successiewet stelt dat men de waarde van een onderneming moet berekenen onder de veronderstelling dat deze onderneming wordt voortgezet, tenzij de liquidatiewaarde hoger is. Gaat het om een familiebedrijf, dan wil de inspecteur volgens Gerardu nog weleens extra aandacht besteden aan de waardering. Ook zal de fiscus bij bedrijfsopvolgingen binnen de familiesfeer de zakelijkheid van de overdrachtsprijs en -voorwaarden toetsen. Wanneer de fiscale belangen substantieel zijn, kan de inspecteur een beroep doen op het Business Valuation Team (BVT). In dat geval vindt een toetsing van de voorgelegde waardebepaling plaats aan de hand van de Discounted Cashflow (DCF) methode. De fiscus houdt dan rekening met de toekomstige geldstromen in het bedrijf.
Andere belangen bij waardering
Natuurlijk is de Belastingdienst niet de enige partij die belang heeft bij een correcte waardering van het familiebedrijf. Ook erfgenamen zullen willen weten wat het familiebedrijf waard is. Dit geldt ook, zo niet sterker, als de desbetreffende erfgenaam zelf niet actief is in de onderneming. In zo’n geval zal de erfgenaam vaak erfbelasting moeten betalen omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Gerardu legt uit dat in het geval de onderneming (voor een deel) is gevestigd in het buitenland, men weer de waardering van het familiebedrijf vanuit een andere invalshoek moet bekijken. Zij raadt aan een waarderingsmethodiek te kiezen die leidt tot de meest objectieve waardering van het bedrijf. Zo doet men recht aan de belangen van alle wettelijke erfgenamen, ongeacht of ze werkzaam zijn binnen het familiebedrijf.
Waardering naar huidige situatie
Bij de intrinsieke waardemethode en de liquidatiemethode gaat men vooral uit van het eigen vermogen van de onderneming door te kijken naar de werkelijke waarde van de activa en passiva op de balans. Deze methoden houden geen rekening met de toekomstige winstverwachting. Geradu vindt methoden die de toekomstige winstverwachting buiten beschouwing laten minder geschikt, omdat een familiebedrijf juist is gericht op voortzetting van de onderneming.
Kapitalisatiefactor
Men kan ook tot een waarde komen door de gemiddelde winst over de afgelopen boekjaren te vermenigvuldigen met een kapitalisatiefactor. Maar Gerardu vindt deze methode evenmin geschikt voor de waardering van familiebedrijven. De uitkomst van deze methode wordt sterk beïnvloed door de hoogte van de kapitalisatiefactor. Daarnaast werken winstschommelingen in de boekjaren die ten grondslag liggen aan de berekening sterk door in de uiteindelijke waarde.
Onafhankelijke methode
Binnen een familie waarbij één kind het bedrijf voorzet en de andere kinderen niet actief zijn in de onderneming, kunnen de beschreven waarderingsverschillen zorgen voor een onaangename verstoring van de familieverhoudingen. Daarom bepleit Gerardu een meer onafhankelijke waarderingsmethode.
Discounted Cash-flow methode (DCF)
De Discounted Cashflow-methode (DCF) is meer onafhankelijk dan de eerder behandelde methoden. Bij de DCF-methode worden allerlei factoren meegewogen die relevant zijn voor het toekomstig rendement van de onderneming. Zo moet men de toekomstige vrije kasstromen in de onderneming meenemen. Deze vrije kasstromen zijn alle inkomende en uitgaande kasstromen gedurende een periode waarbij men bijvoorbeeld ook rekening houdt met investeringen die noodzakelijk zijn om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen. Gerardu vindt daarom de DCF-methode geschikter voor de waardering van familiebedrijven. Een correcte waardering volgens de DCF-methode vraagt wel de nodige specialistische kennis.
Positieve invloed kenmerken familiebedrijf op marktwaarde
Veel familiebedrijven vertonen de volgende kenmerken, die een positieve invloed hebben op de marktwaarde van het bedrijf:
- de ondernemers gaan vaak niet voor de maximale winst, maar voor het voortbestaan van de onderneming. Daardoor is de continuïteit en stabiliteit van familiebedrijven vaak hoger dan bij andere bedrijven;
- de loyaliteit van de ondernemers naar het personeel is groot. Dit leidt vaak tot betrokken personeel en een grote klantenbinding;
- financiering met eigen vermogen. Deze financieringen hebben in het algemeen minder strikte voorwaarden en zijn ten opzichte van de financiering met vreemd vermogen gunstig wanneer de condities van de lening zachter zijn. Ook hier spelen de familiebanden en de loyaliteit naar het bedrijf een rol. Wel wil de inspecteur nogal eens extra aandacht besteden aan deze financieringen;
- hoogopgeleide nieuwe generatie bedrijfsopvolgers. Juist in familiebedrijven is het namelijk van belang om afspraken schriftelijk vast te leggen. Zo voorkomt men dat verstoringen in de relationele sfeer in de toekomst (te) veel invloed hebben op het bedrijf.
Negatieve invloed kenmerken familiebedrijf op marktwaarde
De positieve aspecten van familiebedrijven hebben soms ook een keerzijde. Aspecten die de waarde van het familiebedrijf ten nadele beïnvloeden zijn:
- de financiering met eigen vermogen kan leiden tot een beperking van de groei omdat de familie huiverig is om vreemd vermogen aan te trekken;
- de afhankelijkheid van het familiebedrijf van een beperkt aantal familieleden. Daardoor bestaat de bedrijfswaarde voor een groot deel uit persoonlijke goodwill die alleen onder specifieke voorwaarden te gelde valt te maken.
Gerardu meent dat deze negatieve effecten zijn te beperken door tijdig (verschillende) professionele adviseurs in te schakelen.
Wet: artt. 21, dertiende lid en 35c SW 1956
Wilt u zelf het artikel van mr. Gerardu-Houben lezen, maar bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een proefabonnement op het Vakblad FamilieZaken.
Geef een reactie