De Belastingdienst heeft een aantal mogelijkheden om derden aansprakelijk te stellen voor onbetaald gebleven belastingschulden. Ook het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid kan soms boetes uitdelen bij uitlening. In dit artikel staat de inlenersaansprakelijkheid centraal en de wijze waarop de aansprakelijkstelling kan worden voorkomen of beperkt. Ook de WAADI en het boetebeleid komen aan de orde.
Inlener
Een inlener huurt een werknemer in van een andere ondernemer. Daarbij heeft de inlener de leiding over of het toezicht op de ingehuurde werknemer. De werknemer blijft daarbij echter wel in dienst bij de uitlener.
Uitlener
Een uitlener leent een werknemer uit aan een andere ondernemer om onder leiding of toezicht van die andere ondernemer te werken. De werknemer blijft bij de uitlener in dienst.
Doel aansprakelijkstelling inleners
In het verleden kwam het vaak voor dat uitleners failleerden of anderszins hun financiële verplichtingen aan de Belastingdienst niet nakwamen, waardoor de fiscus met lege handen kwam te staan. Door de inlenersaansprakelijkheid kan de fiscus de inlener onder voorwaarden aanspreken op onbetaald gebleven loonheffingen en omzetbelasting van de uitlener.
Verwar inlenersaansprakelijkheid niet met aansprakelijkheid bij onderaanneming
Een vergelijkbare regeling als de inlenersaansprakelijkheid betreft de aansprakelijkheid bij onderaanneming. Als bijvoorbeeld een aannemer gebruik maakt van de diensten van een onderaannemer, dan kan de Belastingdienst de aannemer (hoofdaannemer) onder voorwaarden aansprakelijk stellen voor onbetaald gebleven omzetbelasting en loonheffingen. Een verschil tussen inlening en onderaanneming is dat bij onderaanneming het toezicht op en de leiding over de werknemer bij de onderaannemer blijft. Bij inlening van een werknemer blijft de werknemer in dienst van de uitlener, maar komt hij onder toezicht of leiding van de inlener.
Belasting- en premies waar inlener aansprakelijk voor is
De inlener is aansprakelijk voor de verschuldigde omzetbelasting door de inlener en voor de verschuldigde loonheffingen. Deze loonheffingen bestaan uit de loonbelasting, premie volksverzekeringen, premie werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet.
Welke volgorde bij aansprakelijkstelling door de Belastingdienst?
De Belastingdienst hoeft zijn keuze voor een bepaalde aansprakelijkstelling niet te motiveren. De ontvanger hoeft niet eerst de bestuurder van de uitlener aansprakelijk te stellen, maar hij kan rechtstreeks de inlener aansprakelijk stellen. Dit besliste Rechtbank Zuid-West-Brabant op 15 december 2016, zie hierover: ‘Ontvanger mag kiezen wie hij aansprakelijk stelt’
Voorkomen of matigen aansprakelijkstelling
Een inlener kan op verschillende manieren voorkomen dat hij aansprakelijk wordt gesteld voor de onbetaald gebleven omzetbelasting en loonheffingen van de uitlener.
Verklaring betalingsgedrag
Om te controleren of de uitlener zijn belastingen afdraagt aan de Belastingdienst, kan de inlener aan de uitlener een zogeheten ‘verklaring betalingsgedrag’ vragen. De uitlener moet deze verklaring bij de Belastingdienst opvragen en vervolgens op verzoek overleggen aan de inlener. Dit geeft geen absolute zekerheid, maar geeft wel een goede indruk van het beeld van de uitlener. Er zijn twee soorten verklaringen betalingsgedrag. Een schone verklaring en een voorbehoudverklaring.
Geblokkeerde rekening
Een inlener kan zijn aansprakelijkheid verder uitsluiten of beperken door het storten van een gedeelte van de overeengekomen prijs op een geblokkeerde (=g-)rekening van de uitlener. Dit is een speciale rekening die de uitlener alleen kan gebruiken voor het betalen van de loonheffingen en btw of voor het doorstorten naar een andere g-rekening.
In de praktijk stort de inlener een gedeelte van het factuurbedrag op de g-rekening van de uitlener. Dit gedeelte komt overeen met het bedrag van de loonheffingen en de btw die de uitlener aan de Belastingdienst moet afdragen. Voor het gebruik van een g-rekening gelden allerlei spelregels die men in acht moet nemen. Zijn deze goed in achtgenomen? Dan is de inlener niet aansprakelijk voor de onbetaald gebleven omzetbelasting en loonheffingen van de uitlener. Tot die voorwaarden behoort ook de voorwaarde dat de uitlener voldoet aan de NEN 4400-1 of de NEN 4400-2-norm en staat ingeschreven in het register van de Stichting Normering Arbeid (SNA).
Certificering door SNA
Een uitzendbureau kan een certificaat krijgen van de SNA. Daarvoor moeten uitzendbureaus aan strenge voorwaarden voldoen en de uitzendbureaus worden daarop ook jaarlijks meerdere keren gecontroleerd. Maakt een inlener gebruik van een uitzendbureau met een SNA-certificaat, dan is de inlener niet aansprakelijk voor onbetaald gebleven belastingen van het desbetreffende uitzendbureau.
Faillissement en g-rekening
Hoewel een g-rekening in beginsel de aansprakelijkheid van de inlener kan beperken of uitsluiten, schuilt er één groot gevaar bij de g-rekening. Dat is het geval bij een faillissement van de uitlener. Als de inlener de vermoedelijk verschuldigde loonheffingen en omzetbelasting op de g-rekening van de uitlener heeft gestort en deze gaat failliet, dan gaat de g-rekening behoren tot de failliete boedel. Dan kan de inlener alsnog door de Belastingdienst aansprakelijk gesteld worden voor alle gestorte bedragen op de g-rekening gedaan na het faillissement van de inlener.
Wijziging rechtsvorm en g-rekening
Bij wijziging van de rechtsvorm van de onderneming van de inlener, bijvoorbeeld een eenmanszaak wordt een B.V., moet de g-rekening van de eenmanszaak worden opgeheven en moet voor de B.V. een nieuwe g-rekening worden geopend.
Rechtstreekse storting bij Belastingdienst
Sinds enkele jaren kan een inlener niet meer rechtstreeks bij de Belastingdienst de verschuldigde omzetbelasting en loonheffingen van de uitlener overmaken. Dat was vroeger wel mogelijk en bood een betere bescherming aan de inlener bij een faillissement van de uitlener dan een g-rekening.
Verplichtingen uitlener voor de WAADI
Een uitlener is verplicht zich als zodanig bij de Kamer van Koophandel in te schrijven op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI). Doet een uitlener dat niet, dan kan hij een boete krijgen. De hoogte van de boetes zijn afhankelijk van de omvang van de uitlener enerzijds en het aantal keer dat de uitlener al eerder de fout in is ingegaan. De boetes waren volgens de Centrale Raad van beroep 24 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:370 onevenredig hoog. Daarom is het boetebeleid sinds 1 oktober 2018 versoepeld.
Check de status van de uitlener bij de Kamer van Koophandel
Ook een inlener kan een boete krijgen als de uitlener niet of niet goed staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. De inlener kan een boete voorkomen door vooraf te checken of de uitlener bij de Kamer van Koophandel als zodanig staat geregistreerd. Ga daarvoor naar de site van de Kamer van Koophandel (www.kvk.nl) en type in het zoekvenster de woorden ‘WAADI-check’ in. Vervolgens kan door het invoeren van het registratienummer bij de Kamer van Koophandel worden gecontroleerd of de uitlener aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Leergang loonheffing
In de 3-daagse leergang loonheffing leert u niet alleen meer over de inleners- en ketenaansprakelijkheid, maar ook over andere zaken betreffende de loonheffing. Daarbij is niet alleen aandacht voor het loon van werknemers in het algemeen, maar ook uitgebreid aandacht voor het fictieve loon van de dga.
> Meer informatie en aanmelden
Beleid
Beleidsregels boeteoplegging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs 2014 (oud)
Geef een reactie