Als een belastingplichtige te weinig belasting betaalt en hem dit te verwijten is, zal de Belastingdienst de zaak vaak afdoen met een bestuurlijke boete. Maar bij ernstige overtredingen en in gevallen van opzet kan de fiscus naar het strafrecht grijpen. Uiteindelijk kan het dan zelfs komen tot een gevangenisstraf.
Verzuim- en vergrijpboeten
Als een belastingplichtige of een inhoudingsplichtige in verzuim is of een vergrijp begaat, kan de Belastingdienst hem daarvoor een boete opleggen. De hoogte van een verzuim- of vergrijpboete is afhankelijk van het desbetreffende verzuim of vergrijp. De hoogste verzuimboete bedraagt € 5.278. Vergrijpboeten zijn in principe afhankelijk van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het vergrijp te weinig is betaald. De vergrijpboete voor het opzettelijk niet opgeven van box 3-inkomen is bijvoorbeeld maximaal 300% van de daarover verschuldigde belasting.
Maar soms maakt een belastingplichtige of een inhoudingsplichtig het zo bont dat de fiscus niet wil volstaan met een bestuurlijke boete. In dat geval komt het strafrecht om de hoek kijken.
Overtredingen en misdrijven
Binnen het fiscaal strafrecht maakt men onderscheid tussen overtredingen en misdrijven. Volgens de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) zijn misdrijven strafbaar gestelde feiten waarop gevangenisstraf is gesteld. Overige bij de belastingwet strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. Maar nu is het ook wel zo dat in beginsel de gevangenisstraf is te vervangen door een hoge geldboete. Ook is van belang dat voor strafbaar gestelde feiten een hogere straf zal gelden als zij voortvloeien uit opzet in plaats van alleen maar schuld.
(Ernstige) overtredingen
Het niet voldoen aan de identificatieplicht is een ernstige overtreding waar een geldboete op staat van maximaal € 4.150. Op de volgende ernstige overtredingen staat een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een boete van € 8.300:
- het niet (juist of volledig) verstrekken van informatie die men verplicht is te verstrekken;
- de weigering om (de inhoud van) boeken, stukken en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, voor raadpleging beschikbaar te stellen;
- het voor raadpleging beschikbaar stellen van vervalste boeken, stukken en andere gegevensdragers;
- het niet voldoen aan de wettelijke administratieplicht;
- het niet voldoen aan de wettelijke bewaarplicht;
- de weigering om medewerking te verlenen aan de controle van de administratie. Dit kan ook het geval zijn als de administratie niet voldoet aan de inrichtingseisen; en
- het verstrekken van een onjuiste of onvolledige factuur of nota door een (rechts)persoon die valt onder de factureringsplicht.
Misdrijven
Wie opzettelijk:
- een belastingaangifte niet of niet tijdig indient,
- niet de inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt die hij verplicht is te verstrekken,
- onjuiste of onvolledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt,
- (de inhoud van) boeken, stukken en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan niet ter beschikking stelt voor raadpleging,
- geen administratie voert die voldoet aan de wettelijke vereisten,
- niet voldoet aan zijn wettelijke bewaarplicht;
- geen medewerking verleent aan de controle van de administratie, of
- een onjuiste of onvolledige factuur of nota verstrekt,
begaat een misdrijf dat is te bestraffen met een gevangenisstraf van hooguit vier jaar. In plaats van deze gevangenisstraf kan de rechter een boete opleggen van € 20.750. Dit bedrag is te vervangen door het te weinig geheven bedrag aan belasting als dit leidt tot een hogere boete. Het opzettelijk indienen van een onjuiste aangifte en het beschikbaar stellen van vervalste boeken, stukken en andere gegevensdragers zijn eveneens misdrijven. Op deze misdrijven staat een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete van € 83.000. Het bedrag van € 83.000 wordt vervangen door 100% van de te weinig geheven belasting als dit hoger is. Voor zover het gaat om box 3-heffing wordt het percentage van 100% vervangen door 300%. Heeft de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaan? Dan riskeert hij bovendien dat hij van de uitoefening van zijn beroep wordt ontzet. Als iemand verdacht wordt van een hier genoemd misdrijf, mag hij daarnaast niet ook nog eens worden vervolgd voor valsheid in geschrifte.
Inkeerregeling
Als een belastingplichtig alsnog een juiste en volledige aangifte indient voordat de inspecteur (naar redelijke verwachting) van het misdrijf op de hoogte is, kan hij strafvervolging ontlopen. De inkeerregeling geldt echter niet ten aanzien van verzwegen buitenlands box 3-vermogen.
Niet betalen aangiftebelasting
Het opzettelijk niet (geheel of tijdig) betalen van een aangiftebelasting is te bestraffen met een gevangenisstraf van hooguit zes jaren of een boete van € 83.000. Ook hier geldt dat de boete is te stellen op het bedrag van de te weinig betaalde belasting als dat hoger is dan € 83.000. De aanwezigheid van opzet is belangrijk voor de mogelijkheid tot strafvervolging. Bij grove schuld is namelijk hooguit sprake van een vergrijp en riskeert de belastingplichtige alleen een bestuurlijke boete.
Wijziging in strafbaar feit
Als een wijziging in de omschrijving van het strafbare feit optreedt, moet men een paar punten in acht nemen. Om te beginnen verbiedt het EVRM het opleggen van een zwaardere straf dan de straf die gold op het moment waarop het strafbare feit is begaan. Maar de verhoging van een strafbaarheidsdrempel kan ten gunste van de overtreder of pleger van een misdrijf komen. Zo liep een strafzaak tegen een bestuurder van een Italiaanse vennootschap die de verschuldigde btw niet had afgedragen. Op het moment waarop de vennootschap nalatig was met de belastingbetaling, gold een strafbaarheidsdrempel van € 50.000. Ten tijde van de beroepsprocedure was deze drempel echter verhoogd naar € 250.000. Omdat de vennootschap minder dan € 250.000 te weinig had betaald, was niet langer sprake van een strafbaar feit. Overigens heeft het Hof van Justitie van de EU naar aanleiding van deze zaak geoordeeld dat de strafbaarheidsdrempel voor de btw niet gelijk hoeft te zijn aan de strafbaarheidsdrempel voor de inkomstenbelasting.
Wet: artt. 67d, vijfde lid, 68 en 72 AWR en art. 23, vierde lid Wetboek van strafrecht
Verdrag: art. 7 EVRM
Meer informatie: HvJ v/d EU 2 mei 2018, C-574/15
Geef een reactie