Binnen de vennootschapsbelasting geldt als hoofdregel dat een bv al haar financieringskosten kan aftrekken. Maar de Belastingdienst kan de renteaftrek weigeren als de bijbehorende schuld is aangegaan in verband met bepaalde rechtshandelingen met gelieerde partijen. De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit geactualiseerd met uitleg over deze renteaftrekbeperking.
Achtergrond
De renteaftrekbeperking is opgenomen in artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Deze maatregel is gericht tegen bepaalde financieringsconstructies. Bij deze constructies trekt een vennootschap in Nederland rente af tegen een hoog tarief, terwijl de rente wordt ontvangen door een buitenlands lichaam (van hetzelfde concern) dat onder een laag belastingtarief valt. Zonder nadere regelgeving zou dit leiden tot een uitholling van de belastinggrondslag. De maatregelen die deze constructies bestrijden noemt men dan ook ‘antiwinstdrainagewetgeving’ (winstdrainage = uitholling van de belastinggrondslag).
Renteaftrekbeperking
Tot de maatregelen om winstdrainage tegen te gaan behoort een renteaftrekbeperking. Deze regeling houdt in dat de betaalde rente over een lening niet aftrekbaar is, als de schuldenaar bij een verbonden vennootschap of verbonden natuurlijk persoon (schuldeiser) een lening afsluit die verband houdt met bepaalde ‘besmette’ handelingen.
Verbonden (rechts)personen
Voor de toepassing van de renteaftrekbeperking zijn twee lichamen met elkaar verbonden als:
- het ene lichaam een belang heeft van minstens één derde in de ander;
- een derde lichaam in beide lichamen een belang heeft van minstens één derde; of
- beide lichamen behoren tot dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
Een natuurlijk persoon is met een lichaam verbonden als hij minstens een belang van één derde heeft in dat lichaam zelf of in ander lichaam dat verbonden is met het eerstgenoemde lichaam.
Besmette rechtshandelingen
De fiscus merkt de volgende handelingen aan als ‘besmet’:
- het uitdelen van winst of terugbetalen van kapitaal aan een verbonden vennootschap of verbonden persoon;
- het storten van kapitaal in een verbonden vennootschap;
- het verwerven of uitbreiden van een belang in een vennootschap die na afloop van de verwerving c.q. uitbreiding een verbonden lichaam is (externe acquisitie).
Daarbij beoordeelt de inspecteur de aanwezigheid van een eventueel verband aan de hand van de concrete omstandigheden. Overigens kan de besmette handeling ook plaatsvinden nadat de lening is verstrekt.
Indirect besmette handelingen
De besmette handelingen kunnen niet alleen direct, maar ook indirect plaatsvinden. Een dochtervennootschap kan bijvoorbeeld geld lenen van een derde partij, maar deze lening alleen verkrijgen omdat een verbonden rechtspersoon zich garant stelt. Als de dochtervennootschap vervolgens het geleende geld gebruikt om dividend aan een verbonden persoon uit te keren, dan is dit een indirect besmette handeling. De renteaftrekbeperking treedt overigens niet in werking als de garantstelling alleen leidt tot betere leningsvoorwaarden (bijvoorbeeld een lager rentepercentage).
Tegenbewijs
De antiwinstdrainageregeling geeft de bv de mogelijkheid tot het geven van tegenbewijs. Daardoor kan de bv de rente toch aftrekken als zij aannemelijk maakt dat:
- aan de rechtshandeling en de schuld voor meer dan 50% zakelijke motieven ten grondslag liggen; of
- sprake is van een zogenoemde compenserende heffing (een effectief tarief van minstens 10%), tenzij de inspecteur aannemelijk maakt dat aan de lening geen zakelijke motieven ten grondslag liggen.
Toelichting
De staatssecretaris heeft bovenstaande materie nader toegelicht in een geactualiseerd besluit. Hij maakt onder meer duidelijk dat het schuldig blijven van het storten in een verbonden lichaam ook een besmette rechtshandeling is. Als dat verbonden lichaam ook een kapitaalstorting schuldig blijft, hebben beide lichamen in beginsel te maken met de renteaftrekbeperking. Ook hier is het leveren van tegenbewijs mogelijk. Daarnaast stelt de staatssecretaris dat ook sprake kan zijn van compenserende heffing als de rentebate belast is bij de aandeelhouder van de schuldeiser.
Goedkeuring
Het besluit bevat ook een nieuwe goedkeuring. Bij een kapitaalstorting, verwerving of uitbreiding van een belang kan na verloop van tijd het desbetreffende verbonden lichaam worden verkocht, terwijl de daarmee verband houdende schuld niet wordt afgelost. Strikt genomen blijft het verband tussen de schuld en de besmette rechtshandeling in stand ondanks de verkoop. De staatssecretaris keurt echter goed dat de bijbehorende rente in dat geval aftrekbaar wordt voor zover de verkoop bij de belastingplichtige tot baten leidt waarover een naar Nederlandse maatstaven redelijke heffing plaatsvindt.
Wet: artikel 10a Vpb 1969
Meer informatie: ministerie van Financiën, 25 maart 2013, nr. BLKB2013/110M
Geef een reactie