De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft in een nader commentaar op het Wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer zorgen geuit over de positie van de (ex-)partner van de dga.
De problematiek van de passende compensatie voor de (ex-)partner van de DGA is naar de mening
van de NOB een buitengewoon belangrijk onderwerp. Het moet voor de (ex-)partner van de DGA
klip en klaar zijn wat de gevolgen zijn van een beslissing over een afkoop of omzetting. De beroepsorganisatie ziet een risico van veel (civielrechtelijke) procedures als (ex-)partners zich pas achteraf op het standpunt stellen dat geen passende compensatie heeft plaatsgevonden voor afkoop en/of omzetting.
De NOB verzoekt om een betere inkadering van de passende compensatie, zodat de praktijk meer houvast heeft. Denkbaar is dat daarbij een onderscheid wordt gemaakt voor situaties waarbij de DGA wel respectievelijk niet is verwikkeld in een echtscheiding. De NOB verzoekt in dit kader te bevestigen dat:
-
indien de DGA in een echtscheiding is verwikkeld, de passende compensatie kan bestaan uit een voorwaardelijk vergoedingsrecht voor de partner indien deze niet in algemene gemeenschap van goederen is gehuwd met de DGA;
-
indien de DGA niet in een echtscheiding is verwikkeld, de partner bij afkoop slechts schade lijdt, indien deze niet in algemene gemeenschap van goederen is gehuwd met de DGA, inzake het opgeven van aanspraken op nabestaandenpensioen.
In het verlengde hiervan wijst de NOB erop dat de termijnen waaraan pensioengerechtigden zijn gebonden, uitermate krap zijn en dat het, gelet op de complexiteit van dit onderwerp alleszins redelijk zou zijn om hier een versoepeling voor te geven.
> Lees hier het volledige commentaar
Geef een reactie