Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft een uitgebreide reactie gegeven op het wetsvoorstel om de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn te wijzigen.
Volgens Wil Vennix, voorzitter van het RB draagt het RB graag bij aan de integriteit van het financiële stelsel, maar over deze voorstellen moet verder worden nagedacht. De publicatie van boeten gaat te ver en de noodzaak van een verklaring omtrent gedrag (VOG) wordt niet duidelijk. En de praktijk krijgt niet de aandacht die het nodig heeft.
Publicatie boeten gaat te ver
Het RB is geen voorstander van het publiceren van opgelegde boetes. Feitelijk krijgt een adviseur een dubbele bestraffing: eerst een boete en daarna de negatieve publiciteit door de publicatie. Die negatieve publiciteit blijft je tot in lengte van jaren achtervolgen met grote reputatieschade tot gevolg. Als de boete jaren later wordt ingetrokken kan de reputatieschade niet meer ongedaan worden gemaakt. Het kwaad is dan helaas al geschied.
Noodzaak VOG onduidelijk
Belastingadviseurs moeten straks op verzoek een VOG verstrekken. Het RB vraagt zich af waarom het nodig is om alle belastingadviseurs met deze verplichting te confronteren. De Europese regels schrijven dit niet voor.
Praktijk krijgt onvoldoende aandacht
Het RB vindt dat de mkb-praktijk niet de aandacht krijgt die het verdient zoals blijkt uit de vele open normen die nog via een ministeriële regeling (amvb) moeten worden ingevuld. Die amvb laat echter nog op zich wachten, waardoor de praktijk wordt geconfronteerd met veel onduidelijkheid en daardoor rechtsonzekerheid. Onduidelijkheid heerst momenteel, aldus het RB. Ook mag straks het cliëntenonderzoek bij een laag risico niet meer achterwege worden gelaten. Dit zorgt voor extra verplichtingen die met name belastingadviseurs en hun cliënten in het mkb in negatieve zin raken. Dit leidt voor hen immers tot een grote toename van de administratieve lasten.
Meer informatie: Reactie RB, 8 november 2017
Geef een reactie