Uit het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat het aantal belastingzaken vorig jaar met 25 procent is toegenomen tot 32.000 zaken. Zowel Rijksbelastingzaken als belastingzaken van lagere overheden namen toe.
Het aantal rechtszaken over de bepaling van de WOZ-waarde van woningen is met 4.000 het sterkst gestegen. Vooral woningcorporaties stapten naar de rechter doordat deze waarde de huurverhoging die zij kunnen opleggen, beperkt. Verder was de toename geconcentreerd in dividendbelasting (+ 1.800), parkeerbelasting (+ 300) en omzetbelasting (+ 250). Bij verschillende rechtbanken ontstonden WOZ-pieken. Indien deze WOZ-pieken zich niet hadden voorgedaan, hadden belastingzaken in eerste aanleg als totaal juist geen instroomgroei te zien gegeven.
Sinds de invoering van belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties in 2005 was de instroom van belastingrechtszaken in het hoger beroep niet zo hoog. De instroom van 6.700 zaken bevatte onder andere een piek aan WOZ-zaken, ter grootte van 2.900 zaken. Aangezien de WOZ-instroom in totaliteit slechts 1.200 groter was dan in 2015, is duidelijk dat zonder de piekinstroom sprake zou zijn geweest van afname in het aantal hoger beroepen WOZ.
Groei was verder zichtbaar bij hoger beroepen op het gebied van loon- en omzetbelasting. Afname is er vooral bij kansspelbelasting, inkomstenbelasting, belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM) en belasting op zware motorvoertuigen.
Het aantal afgehandelde belastingrechtszaken door rechtbanken en hoven nam zeer sterk toe en kwam daarmee boven het instroomniveau te liggen. Bij reguliere bestuurszaken was ondanks de lagere productie toch een afname van de werkvoorraad met 3 procent van het instroomvolume, omdat de instroom nog lager lag.
Meer informatie: De Rechtspraak, Jaarverslag 2016
Geef een reactie