Zzp’ers in onder meer de bouw kunnen opdrachtgevers die hun zorgplicht niet naleven, aansprakelijk stellen bij een bedrijfsongeval. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in een zaak van een zzp’er die door een bedrijf was ingehuurd als reparateur. De beslissing betekent een doorbraak voor de positie van zelfstandigen. FNV Bouw reageert verheugd op de uitspraak. Die betekent namelijk verbetering van de positie van werkenden in alle sectoren in het werkveld van de bouwbond.
Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat de zorgplicht van werkgevers om actief maatregelen te treffen ten behoeve van de veiligheid van hun werknemers, tegenwoordig geldt voor alle groepen werkenden. De verschillen tussen personeel dat in dienst is, waar de zorgplicht al voor gold, en bijvoorbeeld zzp’ers, verdwijnen. Daarbij geldt wel dat de zzp’er voor de zorg voor zijn veiligheid geheel of deels afhankelijk moet zijn van de opdrachtgever.
Onwenselijk
In de bouw en aanverwante sectoren wordt hetzelfde werk vaak uitgevoerd door groepen werkenden met verschillende rechtsposities. FNV Bouw staat op het standpunt dat deze verschillen onwenselijk zijn en moeten verdwijnen. Gelijk werk betekent voor FNV Bouw gelijke bescherming tegen de gevaren ervan.
John Kerstens, voorzitter van FNV Bouw: “We zien dat er niet minder bouwvakkers zijn dan pakweg 25 jaar geleden, maar wel dat ze steeds minder op de traditionele manier werkzaam zijn voor een aannemer. Daardoor vallen ze vaak niet meer onder de bescherming van wet en cao. Werkgevers halen daar kostenvoordeel uit. Dat voordeel leidt tot oneerlijke concurrentie en dat doet de mensen in kwestie veelal te kort qua inkomen en arbeidsomstandigheden. Deze uitspraak is wat FNV Bouw betreft dan ook weer een stap in de goede richting. Werkgevers mogen gebruik maken van flex, maar dan wel van fatsoenlijke flex.”
Duidelijkheid
Belangrijkste punt voor FNV Bouw is dat er nu duidelijkheid is over de aansprakelijkheid van hoofd- en onderaannemers. De bouwbond heeft keer op keer duidelijk gemaakt dat dezelfde arbeidsomstandigheden moeten gelden voor alle groepen werkenden. In de ogen van de vakbond kan het niet zo zijn dat de ene groep werkenden beter beschermd wordt tegen gevaarlijke omstandigheden op het werk dan de andere groep. In de keten van tekentafel tot bouwplaats moeten mensen op dezelfde rechtsbescherming kunnen rekenen, ongeacht de positie ten opzichte van het bedrijf waarvoor ze hun werk verrichten.
In het geval van de reparateur ging het om een zelfstandige bij wie in 2005 een been werd geamputeerd na een bedrijfsongeval. De man had geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en stelde zijn opdrachtgever aansprakelijk voor zijn letsel. Na zeven jaar procederen stelde de Hoge Raad de zelfstandige in het gelijk.
Duizenden
De uitspraak heeft grote gevolgen voor vele duizenden zelfstandigen. Wetenschappers hebben het over het ‘baanbrekende’ karakter. Bovendien heeft de beslissing consequenties voor de bewijslast bij bedrijfsongevallen. Als een zelfstandige kan laten zien dat hij tijdens zijn werk een ongeluk heeft gehad, moet de opdrachtgever aantonen dat hij al het mogelijk heeft gedaan om de kans op ongelukken zo klein mogelijk te maken.
Vorige maand bepaalde staatssecretaris De Krom (SZW) al, dat de arboregels voor veilig en gezond werken opgaan voor alle groepen op de werkplek. Ook die maatregel kon op instemming van FNV Bouw rekenen. De bond hecht veel belang aan de arbo-catalogi die van invloed zijn op de gezondheids- en veiligheidssituatie in verschillende bedrijfstakken waar FNV Bouw cao’s afsluit. De combinatie van eenduidig gebruik van de arboregels en eindverantwoordelijkheid voor de zorgplicht voor werkenden aan werkgeverskant, is gunstig voor werkenden, vindt FNV Bouw.
Meer informatie: Bouw-zzp’ers beter beschermd op werk
Geef een reactie