Het Nederlandse ondernemingsrecht lijkt een walhalla voor fraudeurs. Niet vanwege belastingtechnische redenen, maar vanwege het fenomeen ‘turboliquidatie’.
Wanneer een rechtspersoon alleen nog maar schulden heeft, kan deze, samen met het bestuur, met de noorderzon verdwijnen. Sinds 1994 is het op grond van artikel 2:19 lid 4 BW mogelijk om rechtspersonen zonder baten te ontbinden zonder vereffening. Het concrete gevolg daarvan is dat de rechtspersoon direct na het nemen van het ontbindingsbesluit verdwijnt, zonder dat de onbetaald blijvende schuldeisers daarvan op de hoogte hoeven te worden gesteld. Deze zeer snelle, maar fraudegevoelige, ontbindingswijze wordt in de praktijk – hetgeen niet verbazingwekkend is – veelvuldig toegepast. In 2018 werden er maar liefst 26.333 rechtspersonen turbogeliquideerd.
Verbazingwekkend
Wat mijns inziens wel verbazingwekkend is, is dat rechtspersonen met enkel schulden niet slechts kunnen turboliquideren, maar veelal zelfs moeten turboliquideren. Gelet op jurisprudentie van zowel de Hoge Raad als de lagere rechtspraak, mag het bestuur van een B.V. met slecht schulden geen aangifte tot eigen faillietverklaring doen. Volgens de Hoge Raad kan een curator in het geval van een lege boedel als belanghebbende verzet aantekenen tegen de faillietverklaring, althans wanneer aannemelijk is dat de boedel ook niet meer kan worden vergroot in faillissement door middel van bijvoorbeeld de actio pauliana of een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid.
Op deze manier wordt het fraudeurs erg eenvoudig gemaakt. Zij hoeven er slechts voor te zorgen dat er ten tijde van ontbinding geen baten, maar slechts schulden bestaan, en kunnen vervolgens met de Noorderzon verdwijnen. Een faillissement, met benoeming van een curator die onderzoek doet naar eventuele paulianeuze rechtshandelingen en mogelijkheden in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid, wordt voorkomen. De incentive om een faillissement te voorkomen en te kiezen voor turboliquidatie ligt bovendien in de nieuwe wetgeving op het gebied van bestrijding van faillissementsfraude. Denk bijvoorbeeld aan de ‘nieuwe’ mogelijkheid om ‘frauduleuze bestuurders’ een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen.
Nieuwe vorm van fraude
Het lijkt erop dat fraudeurs vanwege de toenemende aandacht op faillissementsfraude, alsmede de door de Hoge Raad geboden incentive om te turboliquideren wanneer er slechts schulden bestaan, hun heil hebben gevonden in artikel 2:19 lid 4 BW. Het is mijns inziens dan ook niet verwonderlijk dat het aantal uitgesproken faillissementen is gedaald. De problematiek lijkt zich verplaatst te hebben naar de turboliquidatie. Ondanks de in de literatuur en media gevestigde aandacht op de turboliquidatie en de veelvuldige toepassing ervan in de praktijk, heeft de wetgever tot op heden geen stappen ondernomen om deze ‘nieuwe’ vorm van fraude tegen te gaan. De tijd zal leren of de wet in de (nabije) toekomst zal worden aangepast.
Meer weten?
Samantha Renssen verzorgt donderdag 4 april 2019 de PE-Pitstop Turboliquidatie. Na afloop van de cursus beschikt u over een goed begrip van de gevaren rondom turboliquidatie. Bovendien ben u op de hoogte van de juiste wijze van turboliquideren en de nieuwe wetgeving op het gebied van fraudebestrijding. > Meer informatie en aanmelden.
Geef een reactie