Op 1 januari 2020 worden de zogenaamde ‘Quick Fixes’ in de btw ingevoerd. Marja van den Oetelaar laat zien wat dit betekent.
Listingverplichting bij call off-voorraden
Bij de verkoop van goederen die al bij de afnemer in het buitenland liggen, wordt wel gesproken over call-off voorraad. De afnemer bij call off-voorraden, die al bekend moet zijn op het moment van overbrengen van goederen naar een ander EU-land, dient de intracommunautaire verwerving aan te geven in de lidstaat van bestemming. De leverancier hoeft zich niet langer te registreren in de lidstaat van bestemming mits de afnemer de goederen binnen twaalf maanden uit de voorraad gehaald heeft. Leveranciers moeten een register bijhouden van de goederen die ze overbrengen. Het register dient ter controle voor de inspecteur en moet onder andere retourzendingen en eventuele wijziging van afnemers vermelden naast de identiteit en het btw-identificatienummer van de afnemer.
Nultarief bij ketentransacties
Dit speelt met name een rol wanneer sprake is van een tussenhandelaar bij ketentransacties. NL ondernemer A verkoopt bijvoorbeeld goederen aan BE ondernemer B, die de goederen op zijn beurt doorverkoopt aan DE ondernemer C. De goederen gaan direct van ondernemer A naar ondernemer C. Als tussenhandelaar wordt aangemerkt de leverancier in de keten die de goederen zelf verzendt of vervoert of die dit voor zijn rekening door een derde laat doen. Hij kan bepalen op welke verkoop het nultarief wordt toegepast. Stel dat B in ons voorbeeld het vervoer regelt van Nederland naar Duitsland. Als B zijn BE btw-identificatienummer opgeeft aan A , verricht A de intracommunautaire levering vanuit Nederland. Hij past het nultarief toe mits aan de overige voorwaarden is voldaan. Geeft de tussenhandelaar (ondernemer B) echter zijn Nederlandse btw-identificatienummer op aan A, dan verricht B de intracommunautaire levering. Ondernemer A moet dan Nederlandse btw berekenen.
Het btw-identificatienummer
Het btw-identificatienummer van de afnemer wordt een materieel vereiste voor de toepassing van het nultarief. Ondernemers dienen btw-identificatienummers van afnemers in de toekomst nog regelmatiger te controleren. Ook de indiening van een correcte Opgaaf ICP wordt een materieel vereiste.
Bewijsstukken bij ICL
Om het nultarief toe te kunnen passen, moet de leverancier die de goederen vervoert, beschikken over minimaal twee niet tegenstrijdige bewijsstukken van twee partijen die onafhankelijk zijn van elkaar. Bewijsstukken zijn documenten die betrekking hebben op verzending of vervoer van de goederen. Het is ook toegestaan om vervoersdocumenten te combineren met documenten zoals verzekeringsovereenkomsten, notarisverklaringen of een ontvangstbewijs van een entrepothouder. Deze manier van bewijzen is in ieder geval voldoende om gebruik te blijven maken van het nultarief. Als de afnemer de goederen ophaalt moet de leverancier naast de hiervoor genoemde stukken ook beschikken over een schriftelijke verklaring van de afnemer.
Tip: zorg dat u beschikt over de juiste btw-identificatienummers en bewijsstukken zodat u gebruik kunt blijven maken van het nultarief!
Meer weten?
Dinsdag 10 december 2019 praten ervaren btw-specialisten Marja van den Oetelaar en Toon Vroon u in vier uur bij over de laatste actualiteiten en ontwikkelingen op btw-gebied. > Informatie en aanmelden.
Geef een reactie