'Jan Versteegh weet het onderwerp belasting sexy te maken' is de niets verhullende kop van de Volkskrant de dag nadat de eerste aflevering van zijn nieuwe programma 'Jan de Belastingman' op de publieke omroep is uitgezonden. Doel van het programma is te onderzoeken of het Versteegh lukt om zelf, als kleine startende ondernemer, een zodanige fiscale structuur op te zetten dat hij optimaal kan profiteren van de fiscale regelgeving.
Klein beginnen, groot durven dromen, aldus Versteegh. Dit adagium is goed van toepassing op succesvolle Nederlandse startups als Travelbird (reizen), Ayden (betaalplatform), Acerta Pharma (pharmaceut) en Blendle (online kiosk). Een gunstig fiscaal startup klimaat is daarvoor belangrijk. Maar draagt de per 1 januari 2018 in te voeren nieuwe faciliteit ten aanzien van aandelenopties voor innovatieve startups hier ook aan bij of had het Kabinet innovatiever te werk moeten gaan?
Huidige behandeling aandelenopties startups
De huidige wettelijke regeling stelt dat bij de uitoefening van aandelenoptierechten loonheffing wordt geheven over hetgeen bij uitoefening of vervreemding van het optierecht wordt genoten. Het gevolg hiervan is dat de heffing onder meer afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de aandelen en dat de heffing plaatsvindt tegen het progressieve tarief van box 1 (maximaal 52%).
Problematiek praktijk
Succesvolle startups en partijen die startups adviseren hebben in een eerder stadium aangegeven dat in de huidige regeling een belangrijk probleem schuilt. Ten eerste dient voor de fiscale waarde van de aandelen gekeken te worden naar de marktwaarde. Doordat de marktwaarde bij startups vaak lastig is vast te stellen kan dit leiden tot onzekerheid en/of discussies met de Belastingdienst.
Ten tweede zullen werknemers bij uitoefening van hun optierechten enerzijds belasting moeten betalen, terwijl anderzijds de aandelen slechts op papier worden verkregen. Voor de verworven aandelen bestaat vaak geen markt, zullen in de praktijk meestal niet aan derden aangeboden mogen worden en zullen daardoor slecht verhandelbaar zijn. Het verstrekken van aandelenoptierechten wordt door de startup sector daarom niet als aantrekkelijk ervaren om werknemersparticipatie te stimuleren. Om de werknemersparticipatie in de startup sector te tegemoet te komen heeft het Kabinet daarom vorig jaar een maatregel onderzocht waarbij het uitoefenen van aandelenoptierechten door werknemers van innovatieve startups een deel van het voordeel kan worden vrijgesteld. Dit onderzoek heeft geleid tot invoering van een nieuwe faciliteit van aandelenopties voor innovatieve startups.
Nieuwe faciliteit aandelenopties startups
Vanaf 1 januari 2018 zal de nieuwe faciliteit voor innovatieve startups met betrekking tot aandelenopties ingevoerd worden. Om voor de nieuwe faciliteit in aanmerking te komen is het noodzakelijk dat de startup een startend S&O bedrijf is met een S&O verklaring (een belangrijke beperking) en een verhoogd starterspercentage. Na het moment van toekennen van de opties zullen er minimaal twaalf maanden verstreken moeten zijn en maximaal vijf kalenderjaren. Is aan die voorwaarden voldaan dan zal de optiewinst voor 25% zijn vrijgesteld, met een maximum op €50.000. Daardoor zal het voordeel maximaal € 12.500 kunnen bedragen.
Beter alternatief?
De nieuwe aandelenoptie faciliteit is een begin om tegemoet te komen aan de bezwaren van de startup sector tegen de huidige regeling en zeker niet slecht te noemen. De vraag is alleen of het Kabinet, gezien de stimulerende ontwikkelingen voor startups in de landen om ons heen, niet innovatiever te werk had moeten gaan. Naar mijn mening zou het voor Nederland als (startup) vestigingsland aantrekkelijker zijn geweest om een alternatief te onderzoeken waarbij de opname van aandelenopties bijvoorbeeld in de aanmerkelijk belang sfeer zou kunnen plaatsvinden. Werknemersopties zouden dan als fictief aanmerkelijk belang bij toerekening aangemerkt kunnen worden. Een groot voordeel voor de werknemers zou dan zijn dan er een lager belastingtarief geldt (25% in box 2) en dat de heffing dan zou worden uitgesteld totdat er cash beschikbaar is door verkoop van aandelen of uitdeling van dividenden. Kortom, belastingheffing wordt uitgesteld en ook nog tegen een lager tarief.
Tom Vincken is werkzaam bij NautaDutilh. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Geef een reactie