Motorrijtuigenbelasting Belanghebbende heeft met een auto, waarvan het kenteken is geschorst, op de openbare weg gereden. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd. De door belanghebbende aangegeven beweegreden voor het op de weg brengen (testrit) is niet relevant. De omstandigheid dat de nageheven motorrijtuigenbelasting wordt berekend over een tijdsduur van vier kwartalen, acht de rechtbank niet in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, omdat het voor de houder in de regel niet onmogelijk of uiterst moeilijk is om tijdig melding bij de Belastingdienst te doen van de gebruikmaking van de openbare weg. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd. De rechtbank acht ook de boete van 100% passend en geboden. Belanghebbende had door melding aangifte kunnen doen en zo de op aangifte verschuldigde belasting kunnen voldoen.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ2563
Geef een reactie