De door belanghebbende aan haar dochtermaatschappij verstrekte geldlening kan niet worden aangemerkt als een hybride lening nu het winstonafhankelijke deel van de rentevergoeding op het moment dat de vergoeding wordt overeengekomen meer bedraagt dan de helft van de marktrente die geldt voor leningen met eenzelfde looptijd maar waarvan de vergoeding niet (deels) winstafhankelijk is.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW4384
Geef een reactie