Precariobelasting. Objectaanduiding als dam, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een brug. De gebezigde objectaanduiding is verkeerd, maar kan bij belanghebbende geen misverstand hebben gewekt over het object waarvoor hij in de precariobelasting werd betrokken. Belanghebbende is eigenaar van de brug. De brug is niet te gedogen als noodweg in de zin van art. 5:57 BW. Het heffen van precariobelasting ter zake van het hebben van de brug boven de grond van het schap kan niet worden gelijkgesteld met tolheffing. De brug kan niet worden aangemerkt als “straatmeubilair” in de zin van art. 4, aanhef en onderdeel c, van de Verordening precariobelasting Schieland en Krimpenerwaard 2006. Geen strijd met het gelijkheidsbeginsel. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV1489
Geef een reactie