Belanghebbende heeft over het jaar 2004 aangifte in de vennootschapsbelasting gedaan en daarbij abusievelijk de rubrieken ‘kosten schulden aan aandeelhouders’ en ‘niet-aftrekbare 10d-rente’ niet ingevuld. Uit de overige rubrieken van het aangiftebiljet kon worden afgeleid dat er sprake was van niet-aftrekbare 10d-rente. In 2010 heeft de Inspecteur de over 2004 afgegeven verliesbeschikking herzien in verband met de niet-aftrekbaarheid van 10d-rente. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur niet beschikt over een nieuw feit dat herziening van de verliesbeschikking rechtvaardigt. Uit de overige gegevens van het aangiftebiljet was voor de Inspecteur relatief eenvoudig af te leiden dat sprake is van niet-aftrekbare 10d-rente. Er is dan sprake van een feit dat de Inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. De omstandigheid dat het geautomatiseerde selectiesysteem een aangifte alleen voor nader onderzoek uitwerpt indien het aangiftebiljet juist is ingevuld, is voor rekening van de Inspecteur. Voorts is geen sprake van kwade trouw. De Inspecteur heeft de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de aan kwade trouw ten grondslag liggende feiten en omstandigheden. De Inspecteur heeft die feiten en omstandigheden niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt. Een vermoeden van kwade trouw is onvoldoende.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2543
Geef een reactie