Geen inhaal van de aftrek van voorbelasting in de aangifte voor een later tijdvak. Vergrijpboete is terecht opgelegd. Eiseres heeft vanaf maart 2007 elke maand een bedrag aan voorbelasting in aftrek gebracht, dat geen betrekking had op het tijdvak van aangifte, doch op de jaren 2002 tot en met 2005. De Wet op de omzetbelasting 1968 staat niet toe in de aangifte omzetbelasting voor een bepaald tijdvak voorbelasting die betrekking heeft op een eerder tijdvak dan het tijdvak van aangifte, maar in de aangifte voor dat eerdere tijdvak per abuis of om een andere reden niet in aftrek is gebracht, alsnog in aftrek te brengen. Mitsdien heeft eiseres in de aangiften voor maart tot en met december 2007 ten onrechte op de jaren 2002 tot en met 2005 betrekking hebbende voorbelasting in aftrek gebracht en heeft verweerder eiseres eveneens ten onrechte teruggaaf van deze voorbelasting verleend. Niet in geschil is dat naar aanleiding van de aangiften voor de tijdvakken maart tot en met december 2007 in totaal € 48.828 aan voorbelasting is terugbetaald die niet op 2007 betrekking had. Gelet op het een en ander heeft verweerder de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag opgelegd. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur stonden niet aan het opleggen van de naheffingsaanslag in de weg. Het is aan de grove schuld van eiseres te wijten dat teveel belasting is terugbetaald; de vergrijpboete is terecht opgelegd. De hoogte van de boete is passend en geboden.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BX4347
Geef een reactie