Eigenwoningreserve (EWR), artikel 3.119b Wet IB 2001. Geen belang. Corrupt handelen van ambtenaren. Belanghebbende verkoopt eind 2007 zijn woning aan zijn moeder voor een bedrag van € 770.000. Op basis van deze verkoop heeft belanghebbende in zijn aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2007 (hierna: de aangifte) een EWR aangegeven van € 652.695. De taxateur van de Inspecteur heeft de woning gewaardeerd op € 415.000, waarde vrij. De Inspecteur heeft de EWR dienovereenkomstig bij beschikking vastgesteld op € 297.695. De woning is gelegen op het tracé van het, in verband met de omlegging van de Zuid-Willemsvaart, nieuw aan te leggen deel van de Zuid-Willemsvaart. Rijkswaterstaat heeft de moeder gedagvaard en onteigening gevorderd van de woning. De Rechtbank heeft ter zake een vergoeding vastgesteld, inclusief vergoeding van kosten, van € 445.650. Het Hof concludeert dat de Rechtbank belanghebbende ter zake van de beschikking EWR terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in bezwaar wegens het ontbreken van belang. Het hoger beroep van belanghebbende wordt niet ontvankelijk verklaard voor zover het betreft de klachten betreffende corrupt handelen van de ambtenaren. Hiervoor dient de strafrechtelijke weg te worden gevolgd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW5439
Geef een reactie