De heffingsambtenaar maakt de met toepassing van de gecorrigeerde vervangingswaarde-methode vastgestelde waarde van een onbebouwd haventerrein voor opslag en distributie, ook in hoger beroep, niet aannemelijk. In de levering van het bewijs van de aan de grond en aan de verharding toegekende waarden slaagt hij niet. Ook belanghebbende slaagt daarin niet. Het hof stelt de waarde in goede justitie…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2016:2068
Geef een reactie