Bij de heffing van bouwleges rekent de gemeente Delft tot de kosten een storting in een bestemmingsreserve om meer dan kostendekkende opbrengsten in jaren met grote bouwactiviteiten te kunnen aanwenden in jaren met minder bouwactiviteiten. De rechtbank acht dit niet in overeenstemming met de opbrengstlimiet van artikel 229b Gemeentewet. Volgens de rechtbank is alleen een spreiding van lasten mogelijk en niet van baten. Voorts is de gemeente van een verkeerde raming van de opbrengsten uitgegaan door een vrijstelling voor grote werken waar de gemeente bij betrokken is en waarvoor een “compensatie bouwleges” langs privaatrechtelijke weg wordt betaald, pas ná het in behandeling nemen van de onderhavige bouwaanvraag in de verordening op te nemen. In het midden latend of een dergelijke vrijstelling kan, beslist de rechtbank dat de geraamde opbrengsten van die grote werken, zolang de vrijstelling er niet was, in de opbrengstraming hadden moeten worden meegenomen. De verordening wordt onverbindend verklaard.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW9954
Geef een reactie