Belanghebbende heeft eind 2007 de woning gekocht van haar zoon voor € 770.000. De woning is gelegen op het tracé van het, in verband met de omlegging van de Zuid-Willemsvaart, nieuw aan te leggen deel van de Zuid-Willemsvaart. Rijkswaterstaat heeft de moeder gedagvaard en onteigening gevorderd van de woning. De Rechtbank heeft ter zake een vergoeding vastgesteld, inclusief vergoeding van kosten, van € 445.650. De Heffingambtenaar heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 de waarde van de woning in de WOZ-beschikking vastgesteld op € 460.000. Belanghebbende bepleit een vaststelling van de waarde op € 816.224. De Heffingambtenaar heeft het bezwaar tegen de beschikking niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van belang. Het beroep en hoger beroep van belanghebbende worden ongegrond verklaard. Het hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover het betreft de klachten betreffende corrupt handelen van de ambtenaren. Hiervoor dient de strafrechtelijke weg te worden gevolgd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW5433
Geef een reactie