Intrekking en terugvordering bijstand. Niet meer woonachtig op het opgegeven adres. Het voeren van een procedure ter ontruiming van de woning, noch het voeren van verweer in die procedure vormen feitelijke omstandigheden waaruit het hebben van hoofdverblijf op het adres kan worden afgeleid. Dat de woning niet of niet geheel leeg was, dwingt evenmin tot de conclusie dat appellante op het adres woonde. Daarnaast heeft appellante in hoger beroep aangegeven dat zij in februari 2010 gedurende een periode in beperkte mate in haar woning heeft verbleven, omdat zij door haar ex-man werd bedreigd. Hiermee is echter niet gegeven dat zij de woning na 23 april 2010 weer heeft betrokken en daar is blijven wonen tot en met 28 augustus 2010.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2949
Geef een reactie