De uitspraak is een vervolg op de uitspraak van de rechtbank Zutphen op 30 november 2010, LJN: BO6017. Het Hof is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is verklaard dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het uitoefenen van een kredietinstelling door grote sommen geld aan te trekken van investeerders, terwijl zij daarvoor geen vergunning hadden. Daarmee zijn artikelen 6 en 82 van de Wet toezicht kredietwezen overtreden. Geen sprake van besloten kring. Het beroep op afwezigheid van alle schuld wordt verworpen op omdat niet aannemelijk is geworden dat de verdachten voldoende concreet advies hebben ingewonnen over de regelgeving op de financiële markt. Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden en een taakstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis. (Gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA1453
Geef een reactie