Belanghebbende is bondscoach en in geschil is het antwoord op de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking tussen belanghebbende en de sportbond of niet. Bij de beoordeling van de rechtsverhouding tussen betrokkenen dient niet alleen gelet te worden op alle bestaande rechten en verplichtingen, maar ook op de wijze waarop partijen feitelijk uitvoering geven aan die rechtsverhouding. Niet in geschil is dat belanghebbende beschikt over een uitzonderlijke specifieke deskundigheid. De afbakening van de taken en verantwoordelijkheden in de overeenkomst van belanghebbende met de sportbond leidt naar het oordeel van het Hof niet tot de conclusie dat er sprake is van een gezagsverhouding. Alle feiten wegend oordeelt het Hof tenslotte dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en dat belanghebbende recht heeft op een VAR-DGA en dat de inspecteur een Var-Loon heeft afgegeven. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV6194
Geef een reactie