Wet IB 2001. De rechtbank oordeelt dat het gebrek aan een nieuw feit in dit geval niet aan navordering in de weg staat. Verweerder heeft eiseres – kort gezegd – tijdig laten weten dat het aanslagbiljet een misslag bevatte. De rechtbank is verder van oordeel dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan het urencriterium voldoet (artikel 3.6 van de Wet IB 2001). Eiseres is er naar het oordee…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2018:1429&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie