Eiser exploiteert een wokspecialiteitenrestaurant. Verweerder heeft een zogeheten waarneming ter plaatse (hierna: WTP) uitgevoerd bij eiser. Tijdens de WTP zijn naast eiser acht werkende personeelsleden aangetroffen. Daarnaast hebben een aantal zogenoemde zichtwaarnemingen plaatsgevonden. Medewerkers van de Belastingdienst hebben op de desbetreffende data incognito een bezoek gebracht aan het restaurant van eiser en het aantal gasten geteld dat op die avonden in het restaurant heeft gegeten. De telling heeft zowel buiten als binnen in het restaurant plaatsgevonden. Het aantal getelde gasten hebben zij vervolgens vergeleken met het aantal gasten dat volgens eiser het restaurant heeft bezocht. Verweerder heeft het aantal werknemers en de door deze werknemers gewerkte uren berekend. Naar aanleiding hiervan heeft hij een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen aan eiser opgelegd. In geschil is de naheffingsaanslag. Volgens rechtbank Den Haag heeft eiser in het onderhavige jaar niet voldaan aan de in artikel 52 vermelde verplichtingen. De rechtbank acht de schatting van verweerder redelijk en verklaart het beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV0542
Geef een reactie