Verontreingings- en zuiveringsheffing combinatiepand. Aanslagen tevens opgelegd aan B.V. (eiseres) Omdat er in het pand geen afzonderlijke woonruimte aanwijsbaar is en in het pand een bedrijf wordt uitgeoefend, dient het pand als één bedrijfsruimte te worden aangemerkt (vergelijk HR 23 juli 1984, nr. 22 178, V-N 1984, blz. 1973). Het pand heeft verschillende gebruikers – [A] (de DGA van eiseres), de leden van zijn gezin en eiseres – die als belastingplichtige in de heffing van de verontreinigingsheffing, onderscheidenlijk de zuiveringsheffing kunnen worden betrokken. Verweerder heeft ter zake van afvoeren van stoffen uit het pand aan [A] al aanslagen opgelegd. Daarmee heeft verweerder zijn bevoegdheid tot het heffen van verontreinigingsheffing en zuiveringheffing ter zake van het afvoeren van stoffen uit het pand voor de jaren 2008 tot en met 2011 uitgeput. Het stond verweerder niet vrij om, na de oplegging en het onherroepelijk worden van de ten name van [A] gestelde aanslagen, een andere gebruiker van het pand – eiseres – voor de jaren 2008 tot en met 2011 ter zake van hetzelfde belastbare feit – de afvoer van stoffen uit het pand – in de heffing van de verontreinigingsheffing en de zuiveringsheffing te betrekken.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW5801
Geef een reactie