Belanghebbende heeft in Duitsland een auto gekocht, naar Nederland overgebracht en aangifte gedaan voor de BPM. Belanghebbende heeft op verzoek van de ontvanger het door hem berekende bedrag van € 21.394 (nog) niet betaald in verband met automatiseringstechnische redenen. De inspecteur heeft de auto als nieuw aangemerkt en de verschuldigde BPM berekend op € 24.037 en een naheffingsaanslag opgelegd van € 2.643. Het Hof oordeelt dat uit artikel 6, lid 2, BPM niet meer volgt dan dat wordt afgeweken van de artikelen 10 en 19 van de AWR, maar niet van artikel 20 AWR. Als er sprake is van een hogere materiële belastingschuld ter zake van de registratie kan deze pas worden nageheven op het moment van registratie. De naheffingsaanslag is dus voortijdig opgelegd en dient te worden vernietigd. Hoger beroep van belanghebbende gegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV9109
Geef een reactie