Aan belanghebbende zijn in het kader van het Rekeningenproject diverse navorderingsaanslagen met boeten opgelegd. Volgens het microfiche beschikt belanghebbende over een rekening bij KB-Lux met een saldo van ƒ 50.361. Het Hof gaat uitgebreid in op alle geschillen: de op de zaak betrekking hebbende stukken, het gebruik van het renseignement, de identificatie, de omkering van de bewijslast, de redelijke schatting, de aangegeven inkomsten en saldi, nieuw feit, de verlengde navorderingstermijn van artikel 16, lid 4, de boeten en de redelijke termijn van artikel 6 EVRM. De Inspecteur heeft gelet op de arresten van de Hoge Raad van 15 april 2011 de factor 1,5 laten vervallen. De aanslagen en beschikkingen heffingsrente worden overeenkomstig de nieuwe berekeningen van de Inspecteur verminderd. Het Hof komt tot het oordeel dat een deel van de boeten ten onrechte is opgelegd. Het Hof bepaalt dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het verzoek om schadevergoeding van belanghebbende met betrekking tot de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn en merkt de Staat der Nederlanden (de minister van Veiligheid en Justitie) aan als partij in die procedure.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW7409
Geef een reactie