Belanghebbende drijft een onderneming op het gebied van plaatsen en stellen van natuursteen. De broer van belanghebbende drijft een soortgelijke onderneming. Samen hebben ze een uitzendbureau opgericht die diensten verricht voor de eenmanszaken van belanghebbende en diens broer. Het uitzendbureau heeft vof’s aangegaan met Polen; deze vof’s hebben ten doel het assisteren bij en verrichten van bouwactiviteiten. Na een aantal controles wordt vastgesteld dat er door de uitzendkrachten in feite in dienstbetrekking wordt gewerkt, dat er geen sluitend mandagenregister aanwezig is,dat er geen goede administratie wordt gevoerd en dat tussen de administratie en de facturen geen aansluiting kan worden gevonden. Op grond van de uitgebreide rapportages heeft de inspecteur de bewijslast omgekeerd en verzwaard; het Hof volgt de inspecteur in deze stelling. Vervolgens acht het Hof een dienstbetrekking aanwezig en de nageheven loonheffing niet onredelijk. De boete matigt het Hof wegens undue delay met 20 %; een matiging in verband met het feit dat de naheffingsaanslag is opgelegd met hantering van artikel 27e AWR acht het Hof niet nodig omdat de inspecteur om die reden de boete reeds gematigd heeft. Hoger beroep ongegrond, incidenteel hoger beroep inspecteur gegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW1119
Geef een reactie